Hof Den Haag 26 november 2013
Zaak: 200.087.514 |
De Nederlandse koper van een partij cosmetica bekwam aflevering van de goederen zonder presentatie van het cognossement, dat nog in handen was van de (onbetaalde) verkoper. De Nederlandse agent van de zeevervoerder erkende zijn fout, en vergoedde via zijn principaal de koopsom aan de verkoper. Vervolgens sprak hij de koper/bestemmeling van de koper aan in terugbetaling van dit bedrag.
Het Hof oordeelt dat de koper/bestemmeling op grond van ongerechtvaardigde verrijking gehouden is om het bedrag dat de zeevervoerder aan de verkoper/afzender had vergoed, aan de zeevervoerder terug te betalen. De eigen fout van de zeevervoerder (aflevering zonder presentatie van het cognossement) valt in het niet in vergelijking met het verwijtbare gedrag van de koper/bestemmeling, die wel de goederen in ontvangst heeft genomen maar nooit de koopprijs heeft betaald. De bewering van de koper/bestemmeling dat de kwaliteit van de goederen te wensen overliet en dat hij daarom niet gehouden was de (volledige) prijs te betalen werd in casu niet bewezen geacht.