Hof van Cassatie 21 oktober 2013

In een arrest van 21 oktober 2013 bevestigt het Hof van Cassatie in de lijn van haar eerdere rechtspraak dat een vergoeding kan worden toegekend voor het verlies van een kans op het verwerven van een voordeel of het vermijden van een nadeel indien er tussen de fout en het verlies van deze kans een conditio sine qua non verband bestaat en het om een reële kans gaat, met dien verstande dat enkel de economische waarde van de verloren gegane kans voor vergoeding in aanmerking komt (dus niet het volledige bedrag van het uiteindelijk geleden nadeel of het verloren voordeel).

Het Hof voegt eraan toe dat de rechter, bij de begroting van de schadevergoeding, rekening moet houden met de graad van waarschijnlijkheid van de gunstige uitkomst van de kans. Daarom vernietigt het Hof een arrest van het hof van beroep te Brussel dat een advocaat, die had nagelaten beroep in te stellen tegen een stakingsbeslissing, had veroordeeld tot een schadevergoeding van 10.000 EUR “ex aequo et bono”. De appelrechter had geen rekening gehouden met de waarschijnlijkheid van een gunstige uitspraak indien hoger beroep was ingesteld, en had integendeel geoordeeld dat dat de discussie tussen partijen over de vermeende uitslag in hoger beroep (de verloren kans) niet relevant was vermits “de zekerheid en de realiteit van de kans niet het verhoopte resultaat of de slaagkans betreffen”.