Op grond van de interpretatieve wet van 19 juli 2013, dient artikel 97 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst te worden uitgelegd “in die zin dat, enerzijds, het toepassingsgebied van hoofdstuk II van titel III alle persoonsverzekeringsovereenkomsten bestrijkt waarbij het zich voordoen van het verzekerde voorval alleen afhankelijk is van de menselijke levensduur, zelfs indien de partijen de wederzijdse prestaties hebben geëvalueerd zonder rekening te houden met de voorvalswetten en, anderzijds, de bij dit hoofdstuk bedoelde verzekeringen geacht worden uitsluitend gericht te zijn op de uitkering van een vast bedrag” (art. 2).
Deze interpretatie, op grond waarvan de bepalingen van de wet op de landverzekeringsovereenkomst die specifiek betrekking hebben op levensverzekeringsovereenkomsten, van toepassing zijn op alle persoonsverzekeringsovereenkomsten waarbij het zich voordoen van het verzekerde voorval alleen afhankelijk is van de menselijke levensduur, beoogt een einde te maken aan de tendens tot diskwalificatie van een aantal financiële contracten (of ook wel “producten” genoemd) waaraan werd verweten de kwalificatie van levensverzekeringsovereenkomst (en de daaruit voortvloeiende fiscale en burgerrechtelijke voordelen) te misbruiken, omdat zij niet steunen op actuariële voorvalswetten en geen aleatoir karakter hebben in de zin van de artikelen 1104 en 1964 van het Burgerlijk Wetboek.
De interpretatieve wet is “niet van toepassing op de verzekeringsovereenkomsten waarvan de partijen bij de overeenkomst de wederzijdse verzekeringsprestaties volledig hebben uitgevoerd, ten laatste op de dag waarop deze wet wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad” (art. 3).
LANDVERZEKERING
Personenverzekering - Levensverzekering - Kwalificatie - Interpretatie van artikel 97 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst
|
ASSURANCES TERRESTRES
Assurances de personnes - Assurance vie - Qualification - Interprétation de l'article 97 de la loi sur le contrat d'assurance terrestre
|