Article

Hof van Justitie van de Europese Unie, 19/09/2013, R.D.C.-T.B.H., 2013/9, p. 940

Hof van Justitie van de Europese Unie 19 september 2013

Zaak: C-251/12

Op 2 juni 2006 hebben de bestuurders van Grontimmo schriftelijk opdracht gegeven aan Dexia Banque Internationale à Luxembourg om een bankcheque voor een bedrag van 1.400.000 EUR uit te schrijven ten gunste van Kostner. Op 4 juli 2006 is Grontimmo failliet verklaard te Brussel. Dit vonnis is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad maar niet in het Journal officiel du Grand-Duché de Luxembourg.

Met toepassing van artikel 14, lid 1 iuncto artikel 16, lid 1 Faill.W. heeft Grontimmo met ingang van het eerste uur van die dag van rechtswege het beheer over al haar goederen verloren. Op 5 juli 2006 heeft Dexia Banque Internationale à Luxembourg de opdracht van 2 juni 2006 uitgevoerd. Op 21 september 2006 hebben de curatoren van Grontimmo, Dexia Banque Internationale à Luxembourg verzocht het op 5 juli 2006 betaalde bedrag te restitueren.

Dexia Banque Internationale à Luxembourg weigert het betaalde bedrag te restitueren op grond van artikel 24 Insolventieverordening, dat bepaalt dat degene die in een lidstaat een verbintenis uitvoert ten voordele van een schuldenaar die is onderworpen aan een in een andere lidstaat geopende insolventieprocedure terwijl hij die verbintenis had moeten uitvoeren voor de curator van die procedure, bevrijd wordt indien hij niet van de opening van de procedure op de hoogte was.

De verwijzende rechter vraag zich af of Dexia Banque Internationale à Luxembourg zich op artikel 24 Insolventieverordening kan beroepen, en meer bepaald of de woorden “verbintenis (…) ten voordele van een schuldenaar” ook een op verzoek van de gefailleerde schuldenaar verrichte betaling aan een schuldeiser van deze laatste omvatten, wanneer de partij die deze betalingsverplichting voor rekening en ten voordele van de gefailleerde schuldenaar is nagekomen op dat ogenblik geen weet had van het feit dat in een andere lidstaat met betrekking tot de schuldenaar een insolventieprocedure was geopend.

Artikel 24 Insolventieverordening is een bepaling van materieel recht die in elke lidstaat van toepassing is, ongeacht de lex concursus. De gewone betekenis van de woorden “ten voordele van” (een aan een insolventieprocedure onderworpen schuldenaar) dekt a priori niet de situatie waarin een verbintenis in opdracht van de schuldenaar wordt uitgevoerd ten gunste van een van diens schuldeisers. De door artikel 24 Insolventieverordening beschermde personen zijn de schuldenaars van de gefailleerde schuldenaar die (on)rechtstreeks een verbintenis uitvoeren ten gunste van deze laatste. Dexia Banque Internationale à Luxembourg heeft de betwiste betaling niet uitgevoerd “ten voordele van” Grontimmo, in de zin van artikel 24 Insolventieverordening.

Artikel 24, lid 1 Insolventieverordening maakt het mogelijk dat bepaalde situaties die niet in overeenstemming zijn met de door de opening van de insolventieprocedure gecreëerde nieuwe omstandigheden, aan de greep van de curator ontsnappen. Deze bepaling mag echter niet aldus worden uitgelegd dat de boedel ook mag worden verminderd met de goederen die de gefailleerde schuldenaar aan zijn schuldeisers verschuldigd is.

A.V.H.

TRANSNATIONALE INSOLVENTIE
Europese insolventie
INSOLVABILITE TRANSNATIONALE
Insolvabilité européenne