Article

Hof van Justitie van de Europese Unie, 06/06/2013, R.D.C.-T.B.H., 2013/7, p. 685

Hof van Justitie van de Europese Unie 6 juni 2013

Bundeswettbewerbsbehörde / Donau Chemie e.a.

Zaak: C-536/11

Deze zaak betreft een kartel in de chemiesector waarvoor verscheidene ondernemingen door het Oostenrijkse kartelgerecht veroordeeld en beboet werden. Naar aanleiding hiervan deed een belangenvereniging een verzoek tot inzage in het dossier, met het oog op het verkrijgen van schadevergoeding. De Oostenrijkse mededingingswet van 2005 bepaalt echter dat personen die geen partij zijn in het geding enkel met toestemming van de partijen inzage kunnen krijgen. Aangezien geen van de veroordeelde ondernemingen toestemde met deze inzage, konden de dossierstukken niet worden gebruikt in het kader van de schadevordering. De verwijzende rechter vraagt het Hof van Justitie of de Oostenrijkse regelgeving in overeenstemming is met het Unierecht.

Het Hof van Justitie herinnert eraan dat, bij gebrek aan Unieregelgeving ter zake, de lidstaten bevoegd blijven om de regels vast te stellen op het vlak van schadevorderingen en op het vlak van toegang tot een mededingingsdossier. Wel moeten de lidstaten bij uitoefening van deze bevoegdheid het Unierecht, en in het bijzonder het doeltreffendheidsbeginsel in acht nemen.

Een doeltreffende toepassing van artikel 101 VWEU vereist dat de nationale rechter in elk individueel geval de belangen die de inzage dan wel de bescherming van het dossier rechtvaardigen tegen elkaar kan afwegen. Enerzijds kan de weigering van inzage de bescherming van het recht op schadevergoeding onmogelijk of uiterst moeilijk maken. Anderzijds kan het verlenen van inzage leiden tot een schending van de rechten van de betrokken ondernemingen - met name het recht op bescherming van beroeps- of bedrijfsgeheimen - en kan een algemeen recht op inzage ondernemingen ervan weerhouden om samen te werken met mededingingsautoriteiten in het kader van een clementieprocedure. De Oostenrijkse wet maakt een dergelijke belangenafweging door de nationale rechter echter onmogelijk, aangezien deze verplicht is om, bij afwezigheid van toestemming door alle betrokken ondernemingen, inzage in het dossier te weigeren. Bijgevolg is de Oostenrijkse wet in strijd met het Unierecht.

MEDEDINGING
Europees mededingingsrecht - Horizontale overeenkomsten - Inzage in dossier - Schadevordering
CONCURRENCE
Droit européen de la concurrence - Accords horizontaux - Accès au dossier - Action en dommages et intérêts