Jurisprudence commentée en droit bancaire et financier
Becommentarieerde rechtspraak in bank- en financieel recht
AVANT-PROPOS
Les années de crise ont produit ou vu aboutir des législations diverses, souvent d'inspiration européenne. Les lois et les arrêtés royaux des 27 avril et 3 juin 2007 transposant la directive MiFID et la loi du 10 décembre 2009 relative aux services de paiement en sont de belles illustrations. De premières applications jurisprudentielles et réflexions doctrinales sont épinglées dans la présente chronique.
Nous aborderons ainsi la question de l'incidence des nouvelles règles issues de la loi relative aux services de paiement sur les faux virements (commentaires décision n° 1) et les opérations non autorisées de paiement par carte (décisions nos 2, 3 et 4).
Au rang des instruments financiers, nous nous pencherons sur la nature des obligations perpétuelles subordonnées et sur les responsabilités du gestionnaire de fortune au regard des profils de gestion convenus (décision n° 6) et nous qualifierons les contrats de screening (décision n° 7).
La période de crise a donné lieu à un abondant contentieux en matière de crédit. Ceci a permis aux tribunaux de préciser les droits et les obligations du dispensateur de crédit et du client aux différents stades de l'octroi, de la gestion et de la dénonciation de contrat.
Nous épinglerons ainsi un arrêt de la Cour de cassation qui rappelle la définition classique de l'abus de droit, appliquée à la dénonciation et la suspension du crédit (décision n° 5).
Sur le plan des matières plus particulières, nous nous pencherons sur les contrats d'assistance financière (décision n° 8) et sur les délicates controverses récurrentes en matière de déclaration de tiers saisi (décisions nos 9 et 10).
|
VOORWOORD
De crisisjaren hebben tot diverse nieuwe wetgeving aanleiding gegeven, vaak geïnspireerd door Europese regelgeving. De wetten en koninklijke besluiten van 27 april en 3 juni 2007, waarmee de MiFID-richtlijn omgezet wordt, en de wet van 10 december 2009 betreffende de betalingsdiensten zijn hiervan een mooi voorbeeld. De eerste toepassingen in de rechtspraak en commentaren van de rechtsleer komen in deze kroniek aan bod.
Wij zullen de vraag naar de invloed van deze nieuwe regelgeving, uitgevaardigd door de wet betreffende de betalingsdiensten, op vervalste overschrijvingen bespreken (commentaar beslissing nr. 1) en op de niet-toegestane betalingen met bank- of kredietkaart (beslissingen nrs. 2, 3 en 4).
Met betrekking tot de financiële instrumenten, zullen wij zowel de aard van de achtergestelde eeuwigdurende obligatieleningen als van de aansprakelijkheden van de vermogensbeheerder in het licht van het overeengekomen beheerdersprofiel (beslissing nr. 6) en het screeningcontract bespreken (beslissing nr. 7).
De crisis heeft aanleiding gegeven tot een overvloed aan geschillen over kredieten. Dit heeft aan de rechtbanken de mogelijkheid gegeven om de rechten en verplichtingen van de kredietgever en van de klant in de verschillende stadia van de overeenkomst te preciseren, met name in de fase van de toekenning, het beheer en de beëindiging van de kredietovereenkomst.
Wij vermelden tevens een arrest van het Hof van Cassatie waarin herinnerd wordt aan de klassieke definitie van rechtsmisbruik toegepast op de opzegging en de schorsing van het krediet (beslissing nr. 5).
Met betrekking tot meer specifieke materies, zullen wij ons over de contracten met betrekking tot financiële bijstand buigen (beslissing nr. 8) en bespreken wij de delicate steeds terugkerende controversen met betrekking tot de verklaring van de derde beslagene (beslissingen nrs. 9 en 10).
|