Article

Hof van Cassatie, 01/03/2013, R.D.C.-T.B.H., 2013/6, p. 533-534

Hof van Cassatie 1 maart 2013

VERZEKERINGEN
Landverzekering - Landverzekeringsovereenkomst in het algemeen - Artikel 2 wet landverzekeringsovereenkomst - Toepassingsgebied - Pleziervaartverzekering - Brandrisico
Het begrip landverzekering in artikel 2 van de wet van 25 juni 1992 is niet bedoeld om andere dan de zee-, binnenvaart- en luchtverzekeringen, waarop de wet van 11 juni 1874 van toepassing blijft, uit te sluiten van het toepassingsgebied ervan. Tenzij ervan wordt afgeweken door bijzondere wetten is de wet van 25 juni 1992 bijgevolg van toepassing op alle verzekeringen die niet uit haar toepassingsgebied worden uitgesloten, ongeacht of ze al dan niet de risico's dekken die zich op de vaste grond voordoen. De omstandigheid dat een pleziervaartverzekering, die noch een verzekering van goederenvervoer, noch een zee- of binnenvaartverzekering is, ook de risico's dekt die zich op het water voordoen, sluit niet uit dat de wet landverzekeringsovereenkomst van toepassing is.
ASSURANCES
Assurance terrestre - Contrat d'assurance terrestre en général - Article 2 loi sur le contrat d'assurance terrestre - Champ d'application - Assurance bateau plaisance - Risque d'incendie
La notion d'assurance terrestre à l'article 2 de la loi du 25 juin 1992 ne tend pas à soustraire de son champ d'application d'autres assurances que les assurances de navigation intérieure, de navigation maritime et de navigation aérienne sur lesquelles la loi du 11 juin 1874 reste d'application. Sauf s'il y est dérogé par des lois particulières, la loi du 25 juin 1992 est par conséquent applicable à toutes les assurances qui ne sont pas exclues de son champ d'application, indépendamment nonobstant qu'elles couvrent ou non des risques qui se produisent sur la terre ferme. La circonstance qu'une assurance de bateau de plaisance, qui n'est pas une assurance de transport de biens, ni une assurance de navigation intérieure ou de transport maritime, couvre aussi des risques qui se produisent sur l'eau, n'exclut pas que la loi sur le contrat d'assurance soit d'application.

C.B. en Ethias NV / Fidea NV e.a.

Zet.: E. Stassijns (afdelingsvoorzitter), B. Deconinck, A. Smetryns, K. Mestdagh en G. Jocqué (raadsheren).
OM: J.-F. Leclercq (procureur-generaal)
Pl.: Mrs. H. Geinger en B. Maes
I. Rechtspleging voor het Hof

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 2 februari 2011.

Procureur-generaal J.-F. Leclercq heeft op 1 februari 2013 een schriftelijke conclusie neergelegd.

Raadsheer G. Jocqué heeft verslag uitgebracht.

Procureur-generaal J.-F. Leclercq heeft geconcludeerd.

II. Cassatiemiddel

De eisers voeren in hun verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.

III. Beslissing van het Hof
Beoordeling

1. Krachtens artikel 2, § 1, 1ste lid wet landverzekeringsovereenkomst, is die wet van toepassing op alle landverzekeringen voor zover er niet wordt van afgeweken door bijzondere wetten.

Het 2de lid van dat artikel bepaalt dat die wet niet van toepassing is op de herverzekering noch op de verzekeringen van goederenvervoer, met uitzondering van de bagage- en verhuisverzekeringen.

2. Uit de parlementaire voorbereiding van die wet blijkt dat de wetgever geopteerd heeft voor de term landverzekering om de zee-, binnenvaart- en luchtverzekeringen, waarop de wet van 11 juni 1874 van toepassing blijft, uit te sluiten van zijn toepassingsgebied.

3. Het begrip landverzekering in de wet van 25 juni 1992 is niet bedoeld om andere dan de hierboven genoemde verzekeringen uit te sluiten van het toepassingsgebied ervan. Tenzij ervan wordt afgeweken door bijzondere wetten is de wet van 25 juni 1992 bijgevolg van toepassing op alle verzekeringen die niet uit haar toepassingsgebied worden uitgesloten, ongeacht of ze al dan niet de risico's dekken die zich op de vaste grond voordoen.

De omstandigheid dat een pleziervaartverzekering, die noch een verzekering van goederenvervoer, noch een zee- of binnenvaartverzekering is, ook de risico's dekt die zich op het water voordoen, sluit niet uit dat de wet van 25 juni 1992 van toepassing is.

4. De appelrechter stelt vast dat:

- het door de eerste eiser verzekerde brandrisico dat zich op 17 september 2004 te Izegem heeft voorgedaan aan een pleziervaartuigsportboot en aan de trailer;

- de kwestieuze verzekeringsovereenkomst een omschrijving van het verzekeringsgebied (vaargrenzen) geeft en dit gebied betrekking heeft op binnenwateren en zee- en kustvaart tot maximum 150 zeemijlen uit de kusten van de opgesomde landen.

5. De appelrechter die oordeelt dat de verzekeringsovereenkomst geen landverzekering betreft omdat de aanwezigheid te land van het vaartuig bijkomstig is en de verjaringsregels van de wet landverzekeringsovereenkomst niet van toepassing zijn, verantwoordt zijn beslissing niet naar recht.

Het middel is gegrond.

Dictum

HET HOF,

Vernietigt het bestreden arrest.

Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het vernietigde arrest.

Houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent aan de feitenrechter over.

Verwijst de zaak naar het hof van beroep te Gent.

(...)


Note / Noot

Zie tevens/Voy. aussi Cass. 16 september 2011, AR C.10.0577, concl. advocaat-generaal J.-F. Leclercq.