Hof van Cassatie 25 februari 2013
Zaak: F.12.0094.N |
Artikel 440, 2de lid van het Gerechtelijk Wetboek verwoordt het mandaat ad litem van de advocaat. Overeenkomstig dit artikel verschijnt de advocaat als gevolmachtigde van de partij zonder dat hij van enige volmacht moet doen blijken, behalve indien de wet een bijzondere lastgeving vereist.
Volgens artikel 39, 1ste lid van hetzelfde wetboek mogen de betekening en kennisgeving aan de woonplaats van de lasthebber van de geadresseerde gebeuren wanneer de geadresseerde bij hem woonplaats heeft gekozen.
De lastgeving eindigt, overeenkomstig artikel 2003 Burgerlijk Wetboek, door opzegging van de lastgeving door de lasthebber.
Indien een partij tijdens de procedure keuze van woonplaats doet bij haar raadsman, geeft deze partij aan haar advocaat een bijkomende lastgeving bovenop het voormelde mandaat ad litem.
Volgens het Hof maakt de omstandigheid dat de advocaat verklaart niet langer de raadsman van deze partij te zijn, waarbij zijn mandaat ad litem wordt beëindigd, tevens een einde aan de keuze van woonplaats en dit zonder dat vereist is dat die partij haar woonplaatskeuze heeft herroepen of dat de bijzondere lastgeving m.b.t. de keuze van woonplaats werd opgezegd.