Article

Actualité : Gerecht van de Europese Unie, 11/09/2012, R.D.C.-T.B.H., 2012/9, p. 948

Gerecht van de Europese Unie 11 september 2012

Corsica Ferries France SAS / Commissie

Zaak: T-565/08
MEDEDINGING
Europees mededingingsrecht - Steunmaatregelen van staten - Criterium van particuliere investeerder in markt­economie


CONCURRENCE
Droit européen de la concurrence - Aides d'état - Test de l'investisseur privé en économie de marche


Deze zaak betreft een geheel van Franse steunmaatregelen ten gunste van de Société nationale maritime Corse-Méditerranée ('SNCM'), een onderneming die ferryverbindingen verzorgt tussen o.m. Corsica en het Franse vasteland. De SNCM was oorspronkelijk volledig in handen van de Franse Staat, maar werd in 2006 gedeeltelijk geprivatiseerd. De aandelen van de Franse Staat werden daarbij verkocht tegen een negatieve prijs van 158 miljoen euro. Daarnaast bracht de Franse Staat een extra bedrag in van 8,75 miljoen euro in het kapitaal van SNCM en stond ze een voorschot toe van 38,5 miljoen euro om eventuele personeelskosten te dekken in het kader van een toekomstige herstructurering. De Commissie oordeelde dat deze maatregelen geen staatssteun uitmaakten. Dit Commissiebesluit werd aangevochten door SNCM's voornaamste concurrent, Corsica Ferries.

Het Gerecht oordeelt dat de Commissie manifeste beoordelingsfouten heeft gemaakt en vernietigt het besluit. In de eerste plaats heeft de Commissie geoordeeld dat de verkoop van aandelen tegen een negatieve prijs geen staatssteun uitmaakt aangezien de kost van het alternatief, namelijk de liquidatie van SNCM - bestaande uit de betaling van aanvullende ontslagvergoedingen - nog hoger zou zijn geweest. De Commissie heeft echter nagelaten om duidelijk de economische activiteiten van de Franse Staat in deze te definiëren zodat het criterium van de private investeerder niet nuttig kon worden toegepast. Bovendien heeft de Commissie niet aangetoond dat het betalen van aanvullende ontslagvergoedingen een courante praktijk is bij private ondernemingen of dat het gedrag van de Franse Staat was gesteund op de redelijke verwachting om winst te maken.

In de tweede plaats heeft de Commissie geoordeeld dat de kapitaalverhoging van 8,75 miljoen euro geen staatssteun uitmaakt aangezien private investeerders gelijktijdig met de Franse Staat kapitaal hebben geïnvesteerd. De Commissie heeft echter niet in voldoende mate nagegaan of de Franse Staat en private investeerders wel onder gelijkaardige voorwaarden hebben geïnvesteerd en meer bepaald of hun investeringen aan gelijkaardige risico's zijn blootgesteld.

In de derde plaats heeft de Commissie geoordeeld dat het voorschot van 38,5 miljoen euro geen staatssteun uitmaakt omdat dit een maatregel van sociaal beleid uitmaakt die SNCM geen economisch voordeel oplevert. Het Gerecht brengt in herinnering dat het feit dat een maatregel een sociaal oogmerk heeft niet automatisch betekent dat ze geen staatssteun uitmaakt en dat het voorschot in kwestie wel degelijk een economisch voordeel oplevert voor SNCM.