Eveneens teneinde de herfinancieringmogelijkheden van kredietinstellingen te verbeteren, strekt een tweede wet van 3 augustus 2012 ertoe maatregelen te implementeren die moeten toelaten dat in de praktijk voldoende kredietvorderingen van Belgische kredietinstellingen voor Belgische covered bonds en als zekerheid kunnen worden aangewend. Deze wet voorziet hiertoe in o.m.:

• de versoepeling van de regels inzake de overdracht van bankvorderingen op aanbestedende overheden of overheidsinstellingen, die krachtens de tot nu toe geldende regelgeving inzake overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken en leveringen onoverdraagbaar waren tot aan de voorlopige oplevering van de werken waarop de schuldvorderingen betrekking hebben, met als gevolg dat kredietinstellingen schuldvorderingen voortvloeiende uit bank- en beleggingsdiensten ten aanzien van overheden of overheidsinstellingen niet konden mobiliseren;
• een bijzondere regeling voor de overdracht van schuldvorderingen ontstaan uit voorschotten toegestaan in het kader van kredietopeningen en waarvoor geen hypotheek, onroerend voorrecht, hypotheekbelofte of hypothecair mandaat werd toegekend, teneinde te garanderen dat de overnemer van die schuldvorderingen de voorrechten en zekerheden zal genieten die tot zekerheid van de kredietopening werden verstrekt en dat hij bij voorrang wordt uitbetaald op de andere schuldvorderingen voortvloeiende uit voorschotten uit de kredietopening;
• een regeling inzake andere dan hypothecaire zekerheden voor toekomstige schulden voor alle sommen teneinde te garanderen dat zekerheden die voor meerdere schuldvorderingen gelden, elk van de schuldvorderingen blijven waarborgen ook al worden bepaalde van die schuldvorderingen overgedragen en teneinde overeengekomen rangregelingen en achterstellingen tegenwerpbaar te maken aan derden;
• de uitsluiting van de inroepbaarheid van verweermiddelen zoals de schuldvergelijking en de exceptie van niet-uitvoering in geval van overdracht of inpandgeving van een schuldvordering door of aan kredietinstellingen of financiële instellingen;
• de vereenvoudiging van de vormvereisten (zoals bv. uitschakeling van het vereiste van een geschrift voorzien in art. 1328 BW of van de kennismakingsformaliteiten van art. 26 WCK) en een versoepeling van de overgang van de accessoria;
• een bijzondere regeling voor overdrachten van schuldvorderingen in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds;
• de afstemming van de wet consumentenkrediet, de wet op het hypothecair krediet en de wet financiële zekerheden op de nieuwe wet.