Article

– Wet van 3 augustus 2012 tot invoering van een wettelijke regeling voor Belgische covered bonds (BS 24 augustus 2012, inwerkingtreding 3 september 2012), R.D.C.-T.B.H., 2012/9, p. 938-939

Wet van 3 augustus 2012 tot invoering van een wettelijke regeling voor Belgische covered bonds (BS 24 augustus 2012, inwerkingtreding 3 september 2012)

Teneinde de herfinancieringmogelijkheden van kredietinstellingen te verbeteren, heeft de wetgever middels de voormelde wet van 3 augustus 2012 een regeling ingevoerd voor de uitgifte van zogeheten Belgische 'covered bonds'. Het gaat om schuldinstrumenten die enkel uitgegeven kunnen worden door kredietinstellingen en die gedekt worden door bepaalde activa ('dekkingswaarden') die krachtens de wet, onder welbepaalde voorwaarden, als een afgescheiden bijzonder vermogen beschouwd worden, zonder dat deze activa evenwel in een afzonderlijke rechtspersoon worden ondergebracht. Anders dan bij effectiseringsoperaties blijven de betrokken activa in het vermogen van de uitgevende kredietinstelling, maar zij zullen, in afwijking van het bepaalde in de artikelen 7 en 8 van de Hyp.W., exclusief dienen als onderpand voor de houders van de covered bonds, die zich daarnaast ook nog kunnen verhalen op het algemeen vermogen van de betrokken kredietinstelling.

De regeling die via een hoofdstuk VIII in de wet van 22 maart 1993 op het statuut en toezicht op de kredietinstellingen wordt ingevoerd, behoudt de uitgifte van Belgische covered bonds voor aan kredietinstellingen naar Belgisch recht en bepaalt o.m. het volgende:

    • de onderwerping van de uitgifte aan de voorafgaande toestemming van de Nationale Bank van België; deze toestemming heeft betrekking op enerzijds de organisatorische capaciteit van de kredietinstelling in het algemeen om Belgische covered bonds uit te geven en anderzijds meer specifiek op de conformiteit van elke uitgifte zelf met de wettelijke bepalingen;
    • de procedure om de algemene toestemming van de Nationale Bank van België te verkrijgen waarbij o.a. wordt voorzien in de overmaking van een dossier met informatie over de organisatorische capaciteit. De wet legt de minimuminhoud van het dossier vast en de voorwaarden waaronder de toestemming kan worden verleend. Zo zal een kredietinstelling o.a. maar de toelating krijgen indien zij kan bewijzen dat zij voldoende solvabel is om de belangen van andere schuldeisers dan houders van Belgische covered bonds te vrijwaren;
    • de procedure om de toestemming van de Nationale Bank van België te verkrijgen voor een welbepaalde uitgifte. Ook hier wordt voorzien in de vereiste van overmaking van een dossier met informatie over de uitgifte en het uitgifteprogramma en in het bijzonder over de kwaliteit van de waarden waardoor de covered bonds gedekt zijn. De wet legt vast waarop deze informatie minstens betrekking moet hebben en geeft aan de Nationale Bank van België de bevoegdheid om te bepalen welke informatie moet worden verstrekt;
    • de voorwaarden inzake de samenstelling van de dekkingswaarden. Zo bepaalt de wet dat de dekkingswaarden gedurende de looptijd voldoende dekking moeten bieden om te kunnen voorzien in de aflossing van de hoofdsom en de betaling van de interesten met betrekking tot de covered bond. Tevens is bepaald dat de obligaties door een van de volgende waarden moeten zijn gedekt: a) hypothecaire schuldvorderingen, b) schuldvorderingen op of gewaarborgd of verzekerd door publieke instellingen, c) deelbewijzen uitgegeven door effectiseringsinstellingen die risicoposities effectiseren op activa die hoofdzakelijk zijn samengesteld uit de elementen bedoeld in a) en/of b), d) schuldvorderingen op kredietinstellingen met inbegrip van de bedragen die bij deze kredietinstellingen of door de uitgevende kredietinstelling worden aangehouden, of e) posities die voortvloeien uit één of meer dekkingsinstrumenten die met een of meer dekkingswaarden of met de betrokken Belgische covered bonds zijn verbonden. Aan de Koning is de bevoegdheid gegeven om de verdere voorwaarden te bepalen waaraan de dekkingsvoorwaarden moeten voldoen;
    • de voorschriften inzake de opsplitsing van het vermogen van de uitgevende kredietinstelling in een algemeen vermogen en een of meerdere bijzondere vermogens gevormd door de dekkingswaarden van een uitgifte en de regels inzake exclusieve aanwending van dit bijzonder vermogen voor de houders van de gerelateerde covered bonds;
    • de gevolgen van een liquidatieprocedure ten aanzien van de uitgevende instelling (o.m. uitsluiting van de bijzondere vermogens en van de verbintenissen en schulden die daardoor gedekt zijn, niet-opeisbaarheid van deze verbintenissen en schulden, behoud door de schuldeisers van deze verbintenissen en schulden van hun rechten in de liquidatieprocedure);
    • de regels inzake het beheer van het bijzonder vermogen en de controle op het bijzonder vermogen door de zogeheten portefeuillesurveillant;
    • de voorschriften inzake de uitgifte van de covered bonds.
    BANK- EN KREDIETWEZEN
    Toezicht op de kredietinstelling - Algemeen - Herfinanciering - Belgische covered bonds - Dekkingswaarden - Bijzonder vermogen - Faillissement - Liquidatieprocedure
    BANQUE ET CREDIT
    Contrôle des établissement de crédit - Généralités - Refinancement - Covered bonds belge - Actifs de couverture - Patrimoine spécial - Faillite - Procédure de liquidation