Article

Actualité : Hof van Cassatie, 10/05/2012, R.D.C.-T.B.H., 2012/9, p. 935-936

Hof van Cassatie 10 mei 2012

Zaak: C.11.0559.N
CASSATIEBEROEP IN BURGERLIJKE ZAKEN
Betekening en neerlegging - Woonplaats - Gekozen woonplaats


POURVOI EN CASSATION EN MATIERE CIVILE
Signification et dépôt - Domicile - Domicile élu


In een arrest van 10 mei 2012 onderzoekt het Hof de ontvankelijkheid van een, volgens verweersters in cassatie, laattijdig ingesteld cassatieberoep, nadat het bestreden arrest werd betekend aan de maatschappelijke zetel van eiseres en niet aan de door haar gekozen woonplaats.

Artikel 39, 1ste lid van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat wanneer de geadresseerde bij een lasthebber woonplaats kiest, de betekeningen en kennisgevingen aan die woonplaats mogen geschieden. Volgens het Hof houdt deze bepaling niet de verplichting in om de betekening ook daadwerkelijk aan deze bij een lasthebber gekozen woonplaats te doen wanneer de geadresseerde in België woont, verblijft of gevestigd is. De betekening aan de maatschappelijke zetel van eiseres in België doet bijgevolg de termijn van drie maanden ex artikel 1073 Ger.W. aanvangen.

Eiseres in cassatie wierp op dat de betekening aan haar maatschappelijke zetel i.p.v. de door haar gekozen woonplaats een rechtsmisbruik uitmaakt en beriep zich daarbij op een arrest van het Hof van Cassatie van 29 maart 2001. Advocaat-generaal Dubrulle merkt in zijn conclusie op, hierin gevolgd door het Hof, dat het geval verschillend was in het aangehaalde arrest: de eiser in cassatie had betekend aan de woonplaats, en niet aan de gekozen woonplaats, terwijl geen enkel processtuk verwees naar de woonplaats en hij voldoende op de hoogte was dat op dit adres niemand woonde. In onderhavige zaak daarentegen verwezen de processtukken zowel naar het adres van de maatschappelijke zetel, de uitbatingszetel en de gekozen woonplaats, zodat van enig rechtsmisbruik geen sprake kan zijn.