Op 3 augustus 2012 werd de wet van 16 juli 2012 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op een vereenvoudiging van de regels van de burgerlijke rechtspleging gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
De belangrijkste wijziging van deze wet bevindt zich op het vlak van de bewijsvoering in burgerlijke zaken. Onder het hoofdstuk 'Bewijs' in het Gerechtelijk Wetboek wordt een nieuwe afdeling Vbis 'Overlegging van schriftelijke verklaringen' ingevoegd die een wettelijk kader biedt voor een gebruik dat reeds in de praktijk werd toegepast.
Als het getuigenbewijs toelaatbaar is, mag de rechter van personen die aan de voorwaarden voldoen om als getuige te worden gehoord verklaringen in schriftelijk vorm aannemen die hem inzicht kunnen verschaffen in de betwiste feiten. Het nieuwe artikel 961/2 Ger.W. bepaalt de voorwaarden en vormvereisten van deze verklaringen. De schriftelijke verklaring bevat het relaas van de feiten waarbij de opsteller ervan aanwezig was of die hij zelf heeft vastgesteld, zij vermeldt de naam, de voornamen, de geboortedatum en -plaats, de woonplaats en het beroep van de opsteller. Zij vermeldt zijn graad van bloed- of aanverwantschap met de partijen, of er sprake is van ondergeschiktheid tegenover de partijen, of ze samenwerken dan wel of ze gemeenschappelijke belangen hebben. De schriftelijke verklaring vermeldt ook dat ze is opgesteld voor overlegging aan de rechtbank en dat de opsteller ervan weet heeft van het feit dat hij zich door een valse verklaring aan straffen blootstelt. Ten slotte wordt de verklaring geschreven, gedagtekend en ondertekend door de opsteller, die als bijlage het origineel of een fotokopie toevoegt van een officieel document dat zijn identiteit aantoont en waarop zijn handtekening voorkomt.
Deze nieuwe regeling is in werking getreden op 13 augustus 2012 en lijkt eveneens onverkort te gelden voor de hangende procedures.
RECHTSPLEGING
Bewijs - Getuigenverhoor - Algemeen
|
PROCEDURE JUDICIAIRE
Preuve - Enquête - Généralités
|