Article

Actualité : Hof van beroep Antwerpen (4de kamer), 30/04/2012, R.D.C.-T.B.H., 2012/7, p. 731

Hof van beroep Antwerpen (4de kamer)30 april 2012

Zaak: AR 2010/AR/2810
VERVOER
Vervoer goederen over de weg - Internationaal vervoer - CMR-verdrag - Algemeen - Aansprakelijkheidsperiode - Goederen ter beschikking van de wegvervoerder maar nog niet door hem in ontvangst genomen - Diefstal met medeplichtigheid van een werknemer van de wegvervoerder - Handelingen binnen de functie van de werknemer - Werkgever aansprakelijk o.g.v. artikel 1384, 3de alinea BW


TRANSPORT
Transport marchandises par route - Transport international - Traité CMR - Période durant laquelle le transporteur est responsable - Marchandises mises à disposition du transporteur mais non encore réceptionnées par celui-ci - Vol avec complicité d'un travailleur du transporteur - Acte accompli dans l'exercice de ses fonctions par le travailleur - Transporteur responsable sur la base de l'article 1384, 3ème alinéa C.civ.


Freight Line werd belast met het transport van twee containers whisky van Engeland naar Frankrijk. Zij voerde zelf het zeevervoer van Engeland naar Antwerpen uit, waar de containers werden gelost en opgeslagen bij Sea Port Terminals. Voor het verdere wegvervoer van de containers naar Frankrijk deed Freight Line een beroep op CBN. Voor dit wegvervoer kon worden aangevat, werden de containers echter ontvreemd, met medeplichtigheid van een werknemer van CBN. Het hof oordeelt dat CBN niet als wegvervoerder op grond van het CMR-verdrag kan worden aangesproken, nu zij de goederen nog niet had opgehaald en het transport en de aansprakelijkheidsperiode dus nog niet was aangevat.

Uit het onderzoek is gebleken dat de diefstal van de containers gepleegd werd met medeplichtigheid van een dispatcher van CBN, die informatie over interessante ladingen bezorgde aan de dievenbende en ook zelf fysiek meehielp bij de eigenlijke diefstal. Er stond niet ter discussie dat de betrokken dispatcher zonder toelating van CBN had gehandeld en met doeleinden die vreemd waren aan zijn opdracht. Wel betwist werd of hij had gehandeld binnen of buiten de functie waarvoor hij werd aangeworven. Het Hof oordeelt dat de betrokken dispatcher een belangrijk deel van de bijdrage die hij leverde aan de diefstal enkel heeft kunnen leveren doordat hij tewerk gesteld was bij CBN, en dat hij derhalve wel degelijk binnen zijn functie had gehandeld. CBN wordt dan ook op grond van artikel 1384, 3de lid BW veroordeeld tot schadevergoeding.