Article

Actualité : Antwerpen (4de k.), 16/01/2012, R.D.C.-T.B.H., 2012/5, p. 533

Antwerpen (4de k.)16 januari 2012

Zaken: AR 2005/AR/2288 en 2005/AR/2495
VERVOER
Vervoer over zee - Aansprakelijkheid van de zeevervoerder - Averijvordering - Andere schade dan eigenlijke goederenschade


TRANSPORT
Transport maritime - Responsabilité du transporteur maritime - Action en matière d'avaries - Dommage autre que le dommage aux biens


In geval van transportschade waarvoor de zeevervoerder o.g.v. artikel 91 zeewet aansprakelijk is, kan de eiser niet enkel schadevergoeding vragen voor de verloren of beschadigde goederen zelf, maar ook voor bijkomende kosten die in rechtstreeks verband staan met het verlies of de beschadiging van de vervoerde goederen. In deze zaak ging het onder meer over de kosten van de interventie door de gespecialiseerde bedrijfsbrandweer van BASF, de kosten van het gebruik van een vlotkraan voor het lossen van de beschadigde goederen, de liggelden en overliggelden van de lichters waarin de beschadigde goederen tijdelijk werden opgeslagen, de kosten van vernietiging van een deel van de beschadigde goederen en de kosten van reiniging van de ruimen van het zeeschip.

Het hof oordeelde verder dat de ladingbelanghebbenden binnen een redelijke termijn dienen te beslissen wat er verder met de beschadigde goederen dient te gebeuren. Doen zij er onredelijk lang over om tot een beslissing te komen, dan komen zij tekort aan hun schadebeperkingsplicht en kan de vordering met betrekking tot de opslagkosten van de beschadigde goederen slechts gedeeltelijk ingewilligd worden.