Article

Jurisprudence commentée en droit bancaire et financier, R.D.C.-T.B.H., 2012/4, p. 336

Jurisprudence commentée en droit bancaire et financier

Becommentarieerde rechtspraak in Bank- en Financieel Recht

Jean-Pierre Buyle et Martine Delierneux
AVANT-PROPOS

La présente chronique est le fruit des réflexions conjointes de Bertrand Caulier, Roland Hardy, Vanessa Marquette, Reinhard Steennot et Oliver Stevens.
Cinq décisions ont, cette année, retenu plus particulièrement notre attention.
L'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles du 19 janvier 2010 nous donne l'occasion de rappeler les obligations qui incombent au banquier chargé de l'encaissement d'un chèque barré.
Les questions de droit financier figurent toujours en bonne place parmi les questions posées par les justiciables. L'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles du 23 septembre 2010 se penche sur l'appréciation toujours délicate du conseil en placement et de la responsabilité du banquier, en particulier lorsque se pose un problème de potentiel conflit d'intérêts. Le jugement du tribunal de commerce de Bruxelles du 25 octobre 2010 analyse la nature juridique des instruments financiers 'perpétuels' et subordonnés.
Enfin, l'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles du 29 juin 2010 nous offre l'occasion - trop rare - d'aborder des questions de droit international privé, s'agissant en particulier d'apprécier la compétence du juge des référés appelé à se prononcer sur une demande d'interdiction de paiement d'une garantie à première demande.
VOORWOORD

Deze kroniek is de vrucht van de gemeenschappelijke overdenkingen van Bertrand Caulier, Roland Hardy, Vanessa Marquette, Reinhard Steennot en Oliver Stevens.
Vijf gerechtelijke beslissingen hebben dit jaar onze aandacht in het bijzonder getrokken.
Het arrest van het hof van beroep te Brussel van 19 januari 2010 stelt ons in de gelegenheid om aan de verplichtingen van de bankier die belast is met incasso van gekruiste cheques te herinneren.
De vragen rond financieel recht zijn steeds goed vertegenwoordigd bij de vragen die door de rechtszoekenden worden gesteld. Het arrest van het hof van beroep van Brussel van 23 september 2010 buigt zich over de steeds delicate beoordeling van de overeenkomst van beleggingsadvies en, in het bijzonder, over de aansprakelijkheid van de bankier wanneer zich een probleem van belangenconflict stelt. Het vonnis van de rechtbank van koophandel van Brussel van 25 oktober 2010 ontleedt de juridische aard van de 'eeuwigdurende' en gesubordineerde financiële instrumenten.
Ten slotte stelt het arrest van het hof van beroep te Brussel van 29 juni 2010 ons in de zeldzame gelegenheid om kwesties van internationaal privaatrecht te benaderen. Het ging in het bijzonder over de bevoegdheid van de rechter in kort geding die gevraagd was om zich uit te spreken over een verzoek tot betalingsverbod in het kader van een bankwaarborg op eerste verzoek.