Grondwettelijk Hof 22 december 2011
Belgacom NV / Auditoraat bij de Raad voor de Mededinging
Arrest: 197/2011 |
Bij het hof van beroep te Brussel werd door Belgacom een beroep ingesteld tegen beslissingen van het auditoraat met betrekking op de verwerking van elektronische documenten waarop beslag werd gelegd tijdens een huiszoeking in haar lokalen (de bestreden beslissingen betroffen onder meer het al dan niet vertrouwelijk en out of scope-karakter van de in beslag genomen documenten en het overmaken van de betrokken documenten aan het onderzoeksteam). Aangezien de WBEM niet uitdrukkelijk voorziet in de mogelijkheid beroep in te stellen tegen dergelijke beslissingen van het auditoraat stelde het hof van beroep te Brussel twee prejudiciële vragen aan het Grondwettelijk Hof omtrent zijn bevoegdheid om van het beroep kennis te nemen.
Verwijzend naar rechtspraak van het EHRM oordeelde het Grondwettelijk Hof dat de rechten die worden gewaarborgd door artikel 6 EVRM en artikel 47 EU-Handvest impliceren dat de betrokken onderneming binnen een redelijke termijn een daadwerkelijke jurisdictionele toetsing, zowel in feite als in rechte, moet kunnen verkrijgen van de regelmatigheid van dergelijke beslissingen van het auditoraat. Die toetsingsprocedure moet het, in geval van vaststelling van een onregelmatigheid, mogelijk maken hetzij te voorkomen dat de handeling plaatsvindt, hetzij, indien zij reeds heeft plaatsgevonden, de betrokkenen een gepast herstel te bieden.
Het Grondwettelijk Hof besloot derhalve dat de WBEM - in afwachting van een optreden van de wetgever - zodanig dient te worden geïnterpreteerd dat deze een beroep voor het hof van beroep te Brussel niet uitsluit tegen handelingen en beslissingen van het auditoraat betreffende beslagleggingen uitgevoerd tijdens huiszoekingen verricht in het kader van een onderzoek naar restrictieve mededingingspraktijken. Zo niet zou er sprake zijn van een schending van de artikelen 10 en 11 Grondwet in samenhang met artikel 6 EVRM en artikelen 20, 21 en 47 EU-Handvest.