Hof van Cassatie 3 november 2011
Zaak: C.10.0613.N |
In een arrest van 25 mei 2010 had het hof van beroep te Brussel geoordeeld dat de wet handelsagentuurovereenkomst een bijzondere bescherming van dwingend recht in het leven roept ten gunste van elke handelsagent met hoofdvestiging in België, zodat geen gevolg kan worden gegeven aan een arbitragebeding volgens het recht van Quebec. Het Hof van Cassatie oordeelde dat de appelrechters, met deze overwegingen en hun context, voldoende te kennen hebben gegeven dat een arbitrage volgens het recht van Quebec geen gelijkwaardige bescherming biedt als de Belgische wet.
Krachtens artikel 4 van de wet handelsagentuurovereenkomst worden overeenkomsten van bepaalde duur die na afloop van de termijn worden voortgezet, geacht van onbepaalde duur te zijn van bij het afsluiten ervan. Het Hof van Cassatie preciseerde dat deze voortzetting niet noodzakelijk een stilzwijgende voortzetting moet zijn. De rechter kan onder omstandigheden deze voortzetting en dus de kwalificatie als overeenkomst van onbepaalde duur, ook afleiden uit het sluiten van meerdere opeenvolgende overeenkomsten voor bepaalde tijd.