Article

Hof van Cassatie, 21/02/2011, R.D.C.-T.B.H., 2012/3, p. 286-287

Hof van Cassatie 21 februari 2011

VERZEKERINGEN
Landverzekering - Landverzekeringsovereenkomst in het algemeen - Waarborg in rangen - Artikel 45, § 1 wet landverzekeringsovereenkomst - Geen samenloop
Artikel 45, § 1 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst is enkel van toepassing in geval van samenloop van verzekeraars voor eenzelfde schadegeval. Er is geen samenloop in de zin van dit artikel 45, § 1 wanneer de aangesproken verzekeraar volgens de verzekeringspolis slechts na toepassing en na de uitputting van een andere bestaande polis, dus in tweede rang, in aanmerking komt om de schade te dekken en de verzekering in eerste rang voor de vergoeding van de schade toereikend is.
ASSURANCES
Assurance terrestre - Contrat d'assurance terrestre en général - Couverture par rangs - Article 45, § 1er loi sur le contrat d'assurance terrestre - Pas de pluralité d'assurances
L'article 45, § 1er de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre est uniquement applicable en cas de pluralité d'assureurs pour un même dommage. La pluralité au sens de cette article 45, § 1 est inexistante lorsque, aux termes de la police d'assurance, l'assureur sollicité n'est tenu d'intervenir en garantie qu'après application et épuisement d'une autre police existante, c'est-à-dire en second rang, et que l'assurance de premier rang suffit à indemniser le dommage.

Luc Christiaens Clement NV / AXA Belgium NV

Zet.: R. Boes (afdelingsvoorzitter), E. Dirix, L. Van hoogenbemt, A. Smetryns, K. Mestdagh (raadsheren)
OM: R. Mortier (advocaat-generaal)
Pl.: Mrs. J. Verbist en P. Wouters

(…)

II. Cassatiemiddel

De eiseres voert in haar verzoekschrift tot cassatie een middel aan.

Geschonden wetsbepalingen

- artikel 45 wet landverzekeringsovereenkomst;

- artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 augustus 1992 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de bepalingen van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst;

- artikel 1134 Burgerlijk Wetboek.

Aangevochten beslissing

De appelrechters verwerpen de vordering in vrijwaring die door de eiseres was ingesteld tegen de verweerster op de volgende gronden:

“(De verweerster) dient als verzekeraar niet tussen te komen voor het aandeel in de schade in hoofde van (de eiseres) en van de architect V.

(De verweerster) dekt overeenkomstig de voorliggende polis nr. 919.232.487, afdeling 2 'aansprakelijkheidsverzekering' de aansprakelijkheid alle bouwplaatsrisico's van de werf van 4 oktober 1991 tot 31 december 1993, van de bouwheer, de aannemer en de onderaannemers, de architect en het raadgevend studiebureau op grond van artikelen 1382 e.v. BW (bijzondere voorwaarden, art. 4):

- tot 247.893,52 EUR (= 10.000.000 BEF) mits een contractuele vrijstelling ('eigen risico') t.b.v. 1.239,47 EUR (= 50.000 BEF);

- pas na toepassing en na uitputting van de bestaande polissen BA-uitbating van de verzekerden (aannemer, architect, enz.).

Met andere woorden, de dekking geldt pas 'in tweede rang'.

Het wordt niet bestreden dat uit de voorgebrachte stukken blijkt dat (de eiseres) verzekerd is in BA door De Federale Verzekeringen tot 247.893,52 EUR (= 10.000.000 BEF) materiële schade + 12.394,68 EUR (= 500.000 BEF) rechtsbijstand, zijnde in de onderhavige aangelegenheid voldoende.

Hetzelfde wordt evenmin betwist m.b.t. architect V.: bedrijfsaansprakelijkheid voor een gewaarborgd bedrag BA, 1.239.467,62 EUR (= 50.000.000 BEF) + beroepsaansprakelijkheid (gewaarborgd bedrag niet voorgebracht) + verdedigingskosten en interesten gewaarborgd voor 495.787,05 EUR (+ 20.000.000 BEF), zijnde in de onderhavige aangelegenheid voldoende.”

Grieven
Eerste onderdeel

Artikel 45, § 1 wet landverzekeringsovereenkomst bepaalt dat als een zelfde belang verzekerd is bij verscheidene verzekeraars tegen hetzelfde risico, de verzekerde in geval van schade dan van elke verzekeraar schadevergoeding kan vorderen binnen de grenzen van ieders verplichtingen en ten belope van de vergoeding waarop hij recht heeft. Behalve in geval van fraude, kan geen verzekeraar zich beroepen op het bestaan van andere overeenkomsten die hetzelfde risico dekken, om zijn waarborg te weigeren.

Het koninklijk besluit van 24 augustus 1992 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de bepalingen van de wet 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst (BS 11 september 1992) bepaalt voor elk artikel van de wet landverzekeringsovereenkomst wanneer het in werking treedt. Artikel 45 wet landverzekeringsovereenkomst is in werking getreden op 21 september 1992.

De mogelijkheid om in geval van een samenloop van verzekeringen beide verzekeraars aan te spreken, vindt zijn oorsprong in de wet. Deze keuzevrijheid vloeit niet voort uit de overeenkomst. Dat wil zeggen dat artikel 148 wet landverzekeringsovereenkomst niet van toepassing is op artikel 45 wet landverzekeringsovereenkomst.

Deze vaststelling leidt ertoe dat het principe van artikel 45 wet landverzekeringsovereenkomst vanaf de inwerkingtreding ervan van toepassing is op lopende overeenkomsten. Verzekeringscontracten die na de inwerkingtreding ervan werden afgesloten, vallen er uiteraard automatisch onder.

Dit wil aldus zeggen dat artikel 45 wet landverzekeringsovereenkomst kan worden toegepast vanaf 21 september 1992. Nu het schadegeval pas na deze datum werd afgehandeld, is de regeling van artikel 45 wet landverzekeringsovereenkomst van toepassing in het voorliggend geval.

De eiseres vroeg dat verweerster conform artikel 3.1 en artikel 4.3 van de bijzondere polisvoorwaarden van de verzekeringspolis 'alle bouwplaatsrisico's' nr. 919.232.487, haar aansprakelijkheid zou dekken waartoe zij veroordeeld werd. De eiseres was daarnaast ook verzekerd bij de Federale Verzekeringen door middel van een BA-polis. Maar volgens artikel 45 wet landverzekeringsovereenkomst kon de eiseres kiezen welke verzekeraar zij tot dekking aansprak, nu dit artikel de keuzevrijheid voorschrijft in geval van samenloop van verzekeringen.

De appelrechters hebben in het voorliggende geval beslist dat de verweerster slechts in tweede rang tot dekking was gehouden en bijgevolg niet door de eiseres kon worden aangesproken tot dekking van haar aansprakelijkheid.

Door te beslissen dat de verweerster niet tot vrijwaring kon worden aangesproken door de eiseres, hebben de appelrechters artikel 45 wet landverzekeringsovereenkomst alsook artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 augustus 1992 geschonden.

(…)

III. Beslissing van het Hof
Beoordeling
Eerste onderdeel

1. Krachtens artikel 45, § 1 wet landverzekeringsovereenkomst, kan de verzekerde, wanneer eenzelfde belang bij verscheidene verzekeraars tegen hetzelfde risico is verzekerd, in geval van schade, van elke verzekeraar schadevergoeding vorderen binnen de grenzen van ieders verplichtingen en ten belope van de vergoeding waarop hij recht heeft.

Behalve in geval van fraude, kan geen verzekeraar een beroep doen op het bestaan van andere overeenkomsten die hetzelfde risico dekken om zijn waarborg te weigeren.

2. Deze wetsbepaling is uitsluitend van toepassing wanneer de verscheidene verzekeraars in samenloop komen voor de dekking van dezelfde schade.

Zulke samenloop is er niet wanneer de aangesproken verzekeraar volgens de polis slechts na toepassing en na de uitputting van een andere bestaande polis, dus in tweede rang, in aanmerking komt om de schade te dekken en de verzekering in eerste rang voor de vergoeding van de schade toereikend is.

3. Het arrest oordeelt dat de tussen de partijen gesloten verzekeringsovereenkomst slechts dekking voorzag in tweede rang en de verzekering in eerste rang voldoende dekking verleende. Het beslist om die reden geen toepassing te maken van de voormelde wetsbepaling.

Het verantwoordt aldus zijn beslissing naar recht.

Het onderdeel kan niet worden aangenomen.

(…)