Een omzendbrief van de minister van Justitie d.d. 14 november 2006 (7/CH/3100/A/004) stelde dat, behoudens andersluidende interpretatie door hoven en rechtbanken, een ontbinding en vereffening in één akte in het kader van de ontbinding nog mogelijk is als er geen vereffenaar wordt aangeduid én op voorwaarde dat er geen passiva zijn én wanneer alle aandeelhouders of vennoten op de vergadering aanwezig zijn of geldig vertegenwoordigd zijn en met eenparigheid van stemmen aldus besluiten. de wettelijkheid van de regeling bleef evenwel onzeker (zie R. Tas en J. Vananroye, “Stottert de vereffeningswetgever? Enkele voorstellen tot bijsturing van de wet van 2 juni 2006 inzake de vereffeningsprocedure” in Jan Ronse Instituut (ed.), Overzicht nieuwe wetgeving vennootschappen 2007-2011, (259) 283).

Deze regeling is nu hernomen in een voorstel van nieuw artikel 184, § 5 W.Venn., met de toevoeging dat de terugname van het resterend actief gebeurt door de vennoten zelf (wetsvoorstel van 17 juni 2011 tot wijziging, wat de vereffeningsprocedure betreft, van het Wetboek van Vennootschappen, Parl.St. Kamer 2010-11, 1605/001, 14).

A.V.H.