Article

Vennootschappen – Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid: gemeenschappelijke bepalingen – Organen – Raad van bestuur – Aantal vrouwelijke leden, R.D.C.-T.B.H., 2011/9, p. 952-953

VENNOOTSCHAPPEN

Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid: gemeenschappelijke bepalingen - Organen - Raad van bestuur - Aantal vrouwelijke leden

Wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, het Wetboek van Vennootschappen en de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de raad van bestuur van de autonome overheidsbedrijven, de genoteerde vennootschappen en de Nationale Loterij (BS 14 september 2011)

De wet introduceert minimumquota om de diversiteit te garanderen in de samenstelling van de raden van bestuur van autonome overheidsbedrijven, van vennootschappen waarvan de effecten zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt (genoteerde vennootschappen) en van de Nationale Loterij.

Een nieuw artikel 518bis wordt toegevoegd aan het W.Venn. Dit artikel vereist dat ten minste één derde van de leden van de raad van bestuur van een genoteerde vennootschap van een ander geslacht moet zijn dan de overige leden. Voor de toepassing van deze 1/3 minimumvereiste, wordt het resultaat van de berekening afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal. Indien aan deze minimumvereiste niet is voldaan, moet de eerstvolgende bestuurder die wordt benoemd van het ondervertegenwoordigde geslacht zijn. Is dit niet het geval, dan is de benoeming nietig. Deze verplichting treedt in werking vanaf de eerste dag van het zesde boekjaar dat start na de bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad. Voor genoteerde vennootschappen waarvan de free float minder dan 50% bedraagt of voor kleinere genoteerde vennootschappen die aan bepaalde criteria voldoen, treden voormelde verplichtingen pas in werking vanaf het achtste boekjaar na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Voor vennootschappen waarvan de effecten voor het eerst worden genoteerd, geldt de 1/3 minimumvereiste vanaf het zesde boekjaar na hun notering.

Vanaf het zevende boekjaar na de bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad (negende boekjaar voor vennootschappen met beperkte free float en kleinere genoteerde vennootschappen) geldt een bijkomend sanctie als de minimumquota niet worden gehaald. Vanaf dan moet de eerstvolgende algemene vergadering een raad van bestuur samenstellen die wel voor minstens 1/3 bestaat uit leden van een ander geslacht. Als deze verplichting niet wordt nageleefd, dan wordt elk voordeel (financieel of ander) van de bestuurders verbonden aan de uitoefening van hun mandaat geschorst. Deze voordelen worden opnieuw toegekend op het ogenblik dat de raad van bestuur correct is samengesteld.

Genoteerde vennootschappen worden bovendien verplicht om in hun jaarverslag een overzicht te geven van de inspanningen die werden geleverd om er voor te zorgen dat ten minste 1/3 van de leden van de raad van bestuur van een ander geslacht is dan de overige leden. Deze verplichting is reeds van toepassing vanaf de eerste dag van het boekjaar dat start na de bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad.

Voor autonome overheidsbedrijven gelden dezelfde (minimum)vereisten voor de leden van de raad van bestuur die worden aangewezen door de Belgische Staat of door een door de Belgische Staat gecontroleerde vennootschap. De bijkomende sanctie dat alle voordelen verbonden aan het bestuursmandaat worden geschorst indien niet aan de 1/3 minimumvereiste is voldaan, is niet van toepassing. Evenmin dient het jaarverslag aan te geven welke inspanningen werden geleverd op het vlak van diversiteit. Voor autonome overheidsbedrijven zijn de nieuwe vereisten al van toepassing vanaf de eerste dag van het boekjaar dat aanvangt na de bekendmaking van de wet.