Article

Actualité : Hof van Cassatie, 23/06/2011, R.D.C.-T.B.H., 2011/9, p. 951-952

Hof van Cassatie 23 juni 2011

FINANCIEEL RECHT
Vermogensbeheer en beleggingsadviseurs - Beleggingsovereenkomst - Voorafgaande voorwaarde - Schriftelijke overeenkomst - Doestellingen van de cliënt - Aanvaard financieel risico
Zaak: nr. C.09.0468.F

De feiten die ten grondslag liggen aan deze zaak hebben betrekking op het koninklijk besluit van 5 augustus 1991 (BS 20 augustus 1991) over het vermogensbeheer en het beleggingsadvies zoals het van toepassing was alvorens het werd opgeheven door het koninklijk besluit van 3 juni 2007.

Artikel 19 van het voormelde koninklijk besluit bepaalde dat vooraleer een overeenkomst van vermogensbeheer of beleggingsadvies kon worden gesloten, de vennootschappen voor vermogensbeheer en de vennootschapen voor beleggingsadvies aan hun cliënten de nodige toelichting moesten vragen over hun ervaring inzake beleggingen en hun doelstellingen wat betreft de gevraagde diensten. Artikel 8, § 2, 2° van hetzelfde koninklijk besluit stelde in dat verband nog dat vennootschappen voor beleggingsadvies geen diensten van beleggingsadvies mochten verlenen alvorens met de cliënt een schriftelijke overeenkomst werd gesloten waarin onder meer de doelstellingen van de cliënt inzake het advies overeenkomstig het voornoemde artikel 19 werden opgenomen.

In de overeenkomst tussen de vennootschap voor beleggingsadvies en diens cliënt bleek uit het eerste artikel dat het vermogen van de cliënt werd onderzocht en op basis van de doelstellingen van de cliënt en de vijf bestaande basisoffertes hem een algemeen beleggingsprogramma werd aangeboden. Het tweede artikel omschreef de vijf basisoffertes waarvan de cliënt de aandelenportefeuille met 100% aandelen en dus een hoog risicogehalte heeft gekozen. Hetzelfde artikel voorzag vervolgens dat de cliënt uitdrukkelijk aan de vennootschap voor beleggingsadvies de opdracht gaf om hem advies te geven over het beheer van diens goederen die onderworpen waren aan de overeenkomst.

De cliënt beklaagde zich over het feit dat zijn doelstellingen niet uitdrukkelijk in de overeenkomst waren opgenomen zoals voorzien in artikel 8, § 2, 2° van het voornoemd koninklijk besluit en de overeenkomst daarom nietig moest worden verklaard. Het hof van beroep was evenwel van oordeel dat de doelstellingen van de cliënt wel degelijk in de overeenkomst waren opgenomen aangezien deze de keuze had gemaakt voor een aandelenportefeuille met hoog risico en dat hij in dat verband advies wou over het beheer ervan zoals bepaald in de overeenkomt. Het Hof van Cassatie heeft, in lijn met zijn uitspraak van 24 februari 2011, het arrest van het hof van beroep verbroken, stellende dat het begrip doelstellingen van de cliënt inzake advies werd verward met de doelstellingen van beleggingsinstrumenten waarvoor de cliënt kiest en het financieel risico dat hij bereid is daarmee te nemen.