Rechtbank van eerste aanleg Brussel 15 juni 2011

De vordering van de curator strekte tot de veroordeling van verweerder tot betaling van een bedrag ad.225.000 EUR in hoofdsom ten titel van een saldo in rekening-courant tussen verweerder en de gefailleerde vennootschap, ten voordele van deze laatste.

Naar het oordeel van de rechtbank beroept de curator zich terecht op de bewijswaarde die de door verweerder ondertekende balans geniet dewelke bij de aangifte van het faillissement werd gevoegd. Verweerder levert ter zake geen enkel concreet tegenbewijs. Evenmin kan hij zich verschuilen achter het feit dat het stuk in kwestie zou zijn voorbereid en opgesteld door een derde.

De vordering van de curator is dan ook gegrond.