Hof van Cassatie 27 juni 2011

Op 1 december 2008 besliste het hof van beroep te Brussel - in een zaak die door minderheidsaandeelhouders van Electrabel was aangespannen tegen GDF Suez en Electrabel naar aanleiding van het uitkoopbod door GDF Suez op de aandelen van Electrabel - dat de aandeelhouders een subjectief recht hebben op een prijssupplement in geval van een uitkoopbod. Het hof van beroep stelde voorts dat de CBFA (thans FSMA), als administratieve overheid, haar beslissing waarbij ze vaststelt dat de belangen van de beleggers zijn veilig gesteld uitdrukkelijk en op een gemotiveerde manier moet nemen. Het volstaat niet dat de CBFA het prospectus uitgebreid onderzoekt en haar opmerkingen aan de bieder overmaakt. Het hof van beroep stelde vast dat de documenten die publiek werden gemaakt, geen blijk gaven van de beslissing van de CBFA en van de motieven die hieraan ten grondslag lagen. Het hof van beroep wees de eis van de minderheidsaandeelhouders echter af omdat ze hun beroep hadden moeten instellen tegen de CBFA en niet tegen de bieder.

Het Hof van Cassatie verbreekt het arrest van het hof van beroep. Het Hof van Cassatie verwijt het hof van beroep het onwettig karakter van de beslissing van de CBFA vast te stellen (wegens afwezigheid van uitdrukkelijke en gemotiveerde beslissing door de CBFA), maar er desalniettemin geen gevolgen aan te geven. Door de beslissing van de CBFA niet als ongeldig te beschouwen, verantwoordt het hof van beroep niet wettelijk zijn beslissing om het verzoek tot een prijssupplement van de minderheidsaandeelhouders af te wijzen omdat hun actie niet tegen de betrokken beslissing van de CBFA was gericht.