FSMA

De CBFA (intussen de FSMA) heeft in de periode januari - april 2011 o.m. de volgende documenten gepubliceerd:

• Circulaire CBFA_2008_18 d.d. 1 januari 2011 - verplichtingen van emittenten genoteerd op Alternext. Naar aanleiding van de nieuwe corporate governance-regels (de wet van 6 april 2010) heeft de CBFA haar circulaire over de verplichtingen van emittenten die zijn genoteerd op Alternext Brussels geüpdatet. Zo bevestigt de CBFA dat emittenten die zijn genoteerd op Alternext geen verklaring van deugdelijk bestuur in hun jaarverslag moeten opnemen. Daarnaast werd de definitie van gereglementeerde informatie uitgebreid;
• Circulaire CBFA_2011_02 d.d. 19 januari 2011 - actualisering van circulaire PPB-2006-17-CPB met betrekking tot de rapporteringsinstructies voor tabel 90.31 (liquiditeitsrapportering) en actualisering van circulaire CBFA_2010_21 met betrekking tot de door CEBS gepubliceerde richtlijnen voor de allocatie van liquiditeitskosten en -opbrengsten. Deze circulaire actualiseert de circulaire PPB-2006-17-CPB van 20 december 2006 via een aanvulling van hoofdstuk 2 over het beheer van het liquiditeitsrisico en circulaire CBFA_2010_21 van 30 september 2010 door een aanvulling inzake adequate allocatie van liquiditeitskosten en -opbrengsten verbonden aan bedrijfsactiviteiten op basis van nieuwe richtlijnen van het Comité van Europese Banktoezichthouders. De circulaire is gericht aan financiële holdings, kredietinstellingen, Belgische bijkantoren van kredietinstellingen naar buitenlands recht, vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen;
• Circulaire CBFA_2011_03 d.d. 27 januari 2011 - eigenvermogensreglement. Naar aanleiding van de wijzigingen aan het eigenvermogensreglement bij reglement van 27 juli 2010 past deze circulaire de circulaire PPB-2007-1-CPB van 8 februari 2007 aan teneinde rekening te houden met de richtsnoeren van het Comité van Europese Banktoezichthouders. Deze circulaire is van toepassing op kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, vereffeningsinstellingen en met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen en financiële holdings;
• Circulaire CBFA_2011_09 d.d. 1 maart 2011 - wijziging van de circulaire CBFA_2010_09 van 6 april 2010 betreffende de waakzaamheidsplicht ten aanzien van het cliënteel, de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen van geld en terrorismefinanciering, en de voorkoming van de financiering van de proliferatie van massavernietigingswapens. De circulaire zorgt voor een update van circulaire CBFA_2010_09 van 6 april 2010 teneinde rekening te houden met de inwerkingtreding van verordening 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening 423/2007;
• Circulaire CBFA_2011_10 d.d. 4 maart 2011 - stresstesting. De circulaire is gericht aan de instellingen die onderworpen zijn aan het eigenvermogensreglement (besluit van de CBFA van 17 oktober 2006 over het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen). De circulaire geeft aan wat van de instellingen wordt verwacht op het vlak van stresstesting in het kader van pijler 2 (Supervisory Review and Evaluation Process);
• Praktijkgids CBFA_2008_16 d.d. 14 maart 2011. Deze praktijkgids wil de effectenhouders van genoteerde vennootschappen informeren of zij kennisgevingsplichtig zijn in het kader van de transparantiereglementering en zo ja welke stappen zij in dat kader moeten ondernemen. Bovendien wil het document de genoteerde vennootschappen informeren over de implicaties die de transparantiereglementering voor hen heeft;
• Circulaire FMI/2007_02 d.d. 21 maart 2011 - verplichtingen van op een gereglementeerde markt genoteerde emittenten. De circulaire brengt verduidelijking bij de toepassing van de reglementering inzake verplichtingen van beursgenoteerde vennootschappen, die voortvloeien uit de omzetting naar Belgisch recht van de richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van richtlijn 2001/34/EG en vinden hun grondslag in hoofdstuk II van de wet van 2 augustus 2002 en in het KB van 14 november 2007;
• Mededeling van 5 april 2011. Hierin stelt de FSMA vast dat de MiFID-Richtlijn bepaalt dat transacties in financiële instrumenten die toegelaten zijn tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, moeten worden gemeld aan de bevoegde autoriteiten in het kader van het opsporen van marktmisbruik. Het toepassingsgebied van de bepalingen inzake marktmisbruik is echter niet beperkt tot financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, maar omvat ook de financiële instrumenten die niet zijn toegelaten tot de verhandeling op een dergelijke markt waarvan de waarde gekoppeld is aan die van een dergelijk instrument. Europees initiatief hieromtrent heeft ertoe geleid dat binnen de schoot van ESMA een rapporteringsschema is opgesteld voor niet-genoteerde derivaten waarvan de onderliggende waarde is toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. Bovendien kunnen de toezichthouders sinds 1 december 2010 transactierapporten uitwisselen via het TREM-platform. In haar mededeling geeft de FSMA aan dat zij zo spoedig mogelijk wil deelnemen aan de uitwisseling van transactierapporten op deze instrumenten. In afwachting van een wettelijk kader dat de verplichting oplegt tot transactierapportering op deze instrumenten, heeft de FSMA beslist deze rapportering reeds op vrijwillige basis toe te passen. Het kader waarbinnen dit moet gebeuren maakt het voorwerp uit van huidige mededeling die de instrumenten waarop de uitbreiding van de rapportering betrekking heeft en het rapporteringsschema zelf omschrijft en aangeeft welke transacties moeten worden gerapporteerd.