Article

Toezicht op de kredietinstellingen – Algemeen – Toezicht door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) – Toezicht door de FSMA, R.D.C.-T.B.H., 2011/5, p. 502-503

TOEZICHT OP DE KREDIETINSTELLINGEN

Algemeen - Toezicht door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) - Toezicht door de FSMA

Koninklijk besluit van 3 maart 2011 betreffende de evolutie van de toezichts­architectuur voor de financiële sector

De wet van 2 juli 2010 [1] had de Koning de bevoegdheid gegeven om de toezichtstructuur verder te laten evolueren. Op 9 maart 2011 verscheen in het Belgisch Staatsblad het koninklijk besluit van 3 maart 2011 betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector (hierna 'KB 3 maart 2011'). Het besluit maakt de laatste fase uit van de evolutie van het financieel toezichtsmodel, die haar oorsprong vindt in de recente financiële crisis [2].

In deze nieuwe toezichtsarchitectuur evolueert het financieel toezicht in België naar een volwaardig 'twin peaks'-model, waarbij één toezichtsorgaan (de Nationale Bank) instaat voor het micro- en macroprudentiële toezicht, terwijl een ander orgaan toezicht houdt op de gedragsregels en het aanbieden van producten en financiële diensten (de CBFA) [3]. Om de wijziging in haar functie te benadrukken wordt de CBFA bovendien omgedoopt tot de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, afgekort FSMA (Financial Services and Markets Authority) [4].

Verder wordt voorzien in de mogelijkheid tot samenwerking tussen beide toezichthouders [5], en in een arbitrageprocedure om de bevoegdheidsverdeling tussen de CBFA (FSMA) en de Nationale Bank af te bakenen [6].

Om de nieuwe toezichtsarchitectuur in te voeren dienden niet minder dan 25 wetten en een aantal van hun uitvoeringsbesluiten te worden herzien. Een groot deel van deze wijzigingen zijn louter aanpassingen aan de nieuwe bevoegdheidsverdeling tussen de NBB en de CBFA. De meest fundamentele wijzigingen werden aangebracht aan:

    • wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België;
    • wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.

    Verder werden o.a. volgende wetten aangepast:

      • wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen;
      • wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;
      • wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen.

      Het KB is hoofdzakelijk in werking getreden op 1 april 2011. Enkele bepalingen (in verband met de Raad van Toezicht en het Directiecomité) zijn echter onmiddellijk in werking getreden vanaf de afkondiging van het besluit. Voor sommige andere bepalingen moet de inwerkingtreding door de Koning bepaald worden; zij treden ten laatste in werking op 31 maart 2015 (art. 351 KB 3 maart 2011).

      [1] Wet van 2 juli 2010 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, BS 28 september 2010, p. 59.140; zie ook Actualiteit TBH 2011, 1/2011, p. 83.
      [2] Aanvankelijk had de Koning daar de tijd voor tot 30 september 2010 (art. 26, § 1, 6°, wet van 2 juli 2010). Een herstelwet van 6 januari 2011 verlengde deze termijn tot 31 maart 2011. Op 3 maart 2011 maakte de Koning uiteindelijk gebruik van deze bevoegdheid.
      [3] Verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011 betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector, BS 9 maart 2011, p. 15.623.
      [4] Art. 331 KB 3 maart 2011.
      [5] Art. 218 KB 3 maart 2011; verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011 betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector, BS 9 maart 2011, p. 15.626.
      [6] Art. 215 KB 3 maart 2011; verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011 betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector, BS 9 maart 2011, p. 15.627 en 15.631.