HANDELSTRANSACTIES
Betalingsachterstand bij handelstransactiesDe Europese Raad heeft een nieuwe richtlijn aangenomen ter bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, ter vervanging van richtlijn 2000/35/EC die in België werd omgezet door de wet van 2 augustus 2002. De nieuwe richtlijn herneemt grotendeels de bestaande regeling zoals de betalingstermijn die normaal 30 dagen bedraagt, het verschuldigd zijn van interesten zonder aanmaning en het recht op redelijke schadeloosstelling voor invorderingskosten (de nieuwe richtlijn vermeldt uitdrukkelijk dat daartoe onder meer advocatenkosten behoren).
De minimale wettelijke interestvoet is volgens de nieuwe richtlijn de referentie-interestvoet vermeerderd met ten minste acht procentpunten (in de vroegere richtlijn was dat zeven procentpunten). Naast de interesten zal de schuldeiser daarenboven zonder aanmaning recht hebben op een vast bedrag van 40 EUR, onverminderd zijn recht op de redelijke schadeloosstelling voor de invorderingskosten die dit bedrag overstijgen.
De lidstaten moeten er verder op toezien dat, wanneer voorzien is in een procedure voor aanvaarding of verificatie van de conformiteit van de goederen of de diensten, de maximumduur van die procedure niet meer dan 30 kalenderdagen bedraagt vanaf de datum van ontvangst van de goederen of diensten.
Zoals in de vorige richtlijn mogen contractuele afwijkingen (zoals een lagere interestvoet, langere betalingstermijnen) niet kennelijk onredelijk zijn. Voor een afwijkende betalingstermijn voorziet de nieuwe richtlijn in een limiet van 60 dagen, doch ook op deze limiet kunnen uitzonderingen bestaan voor zover ze niet kennelijk onredelijk zijn.
Voor overheidsinstanties wordt in de nieuwe richtlijn een licht afwijkende regeling voorzien.
De lidstaten moeten uiterlijk op 16 maart 2013 de nodige bepalingen in werking doen treden.