WITWASREGLEMENTERING

Tussen september en december 2010 zijn in het Belgisch Staatsblad een aantal teksten verschenen met betrekking tot de witwaswetgeving in navolging van de door de wet van 18 januari 2010 tot wijziging van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en van het Wetboek van Vennootschappen (gepubliceerd in het BS op 26 januari 2010) doorgevoerde wetswijziging. Het gaat met name om de volgende teksten:

• de publicatie van een erratum in het Belgisch Staatsblad van 29 oktober 2010 waarbij een aantal verschrijvingen in de wet van 18 januari 2010 worden rechtgezet;
• twee koninklijke besluiten van 28 september 2010 (beide gepubliceerd in het BS 7 oktober 2010) waardoor de opschriften van, enerzijds, het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot uitvoering van artikel 14quinquies van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en, anderzijds, het koninklijk besluit van 6 mei 1999 tot uitvoering van artikel 14bis, § 2 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme werden vervangen alsmede een paar kruisverwijzingen als gevolg van de nieuwe nummering van de wet;
• het koninklijk besluit van 18 augustus 2010 (BS 2 september 2010) waardoor Febelfin (de Belgische Federatie van het Financiewezen) en Assuralia (de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen) voor de toepassing van artikel 16, § 3 van de voormelde wet van 11 januari 1993 (zoals gewijzigd door voormelde wet van 18 januari 2010) aangesteld worden in hun hoedanigheid van beroepsorganisatie. Hierdoor is het voor financiële instellingen bedoeld in artikel 2, § 1, 4° tot 15° van de voormelde wet van 11 januari 1993 die vertegenwoordigd worden door deze beroepsorganisaties mogelijk om via deze beroepsorganisaties onrechtstreeks toegang te krijgen tot de gegevens van het Rijksregister voor 1) de identiteitsverificatie van de cliënten en hun lasthebbers die natuurlijke personen zijn en die niet fysiek aanwezig zijn tijdens hun identificatie, 2) de identiteitsverificatie van de uiteindelijke begunstigde van de cliënten en 3) de actualisatie van de identificatiegegevens van de cliënten, hun lasthebbers en hun uiteindelijke begunstigde.