INSOLVENTIE

Bij wet van 28 april 2010 (BS 10 mei 2010) werd een nieuwe bepaling ingevoegd in de faillissementwet en de wet betreffende de continuïteit van ondernemingen die de aansprakelijkheid van derden voor de financiering van een nieuwe activiteit regelt. De nieuwe artikelen 98 bis Faill.W. en 70/1 WCO stellen dat het faillissement respectievelijk de gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag van een natuurlijke persoon of van een rechtspersoon op zich alleen geen grond kan zijn voor een aansprakelijkheidsvordering gericht tegen een kredietgever of een investeerder die krediet geeft voor of investeert in een nieuwe activiteit gevoerd door de gefailleerde respectievelijk schuldenaar of door een bestuurder, zaakvoerder of leider van de failliete vennootschap respectievelijk schuldenaar, ongeacht de vorm waarin deze nieuwe activiteit wordt uitgeoefend.

Het past om te benadrukken dat deze nieuwe regels geen betrekking hebben op de aansprakelijkheid van geldschieters in het raam van een faillissement of een gerechtelijke reorganisatie. Het gaat om een mogelijke aansprakelijkheid naar aanleiding van de financiering van een nieuwe activiteit opgestart door een ex-gefailleerde of ondernemer die voordien een overdracht onder gerechtelijk gezag binnen een gerechtelijke reorganisatie heeft ondergaan.

Uit de memorie van toelichting (Kamer nr. 2423/001, 41-42) blijkt dat deze regels tot doel hebben om een gunstiger klimaat voor investeringen te creëren, nadat de betrokken ondernemer failliet is gegaan of beroep deed op een gerechtelijke reorganisatie via overdracht onder gerechtelijk gezag. De regels passen in de doelstelling van de regering om het tweedekansondernemerschap aan te moedigen.