Hof van beroep Gent 1 december 2009

Kiremko Catering Equipment Belgium (KCEB) stelde bij de Belgische Arbitrage Instelling een vordering in tegen Emeldima tot betaling van een factuur. Emeldima had deze factuur echter geprotesteerd omdat KCEB de kosten volgens haar aan iemand anders had moeten factureren. Emeldima weigerde mee te werken aan de arbitrageprocedure en vorderde later ook de vernietiging van de arbitrale uitspraak. Volgens Emeldima moest haar protest tegen de factuur beschouwd worden als een protest tegen het bestaan zelf van de overeenkomst en de algemene factuurvoorwaarden, waaronder het arbitragebeding.

Het hof van beroep stelde dat een arbitrageclausule moet worden opgevat als een ongebruikelijk beding, waarvan de stilzwijgende aanvaarding niet zonder meer mag worden vermoed. Uit de stukken moet met zekerheid kunnen worden afgeleid dat partijen ontegensprekelijk voor arbitrage hebben gekozen. Wanneer een factuur door de geadresseerde wordt geweigerd met de bewering dat hij niet contractueel gebonden is met de verzender, kan de op de factuur voorkomende arbitrageclausule (net als de andere clausules) geen gevolg hebben. Ook het feit dat de zaakvoerster van Emeldima eerder een andere factuur op haar persoonlijke naam had betaald, zou geen stilzwijgende aanvaarding van het arbitragebeding inhouden.

Dit arrest impliceert niet dat elk protest tegen een factuur het arbitragebeding op die factuur buiten werking zou stellen. Dat is enkel zo indien er geen contractuele relatie is tussen de partijen.