Article

Actualité : Rechtbank van koophandel Brussel, 13/01/2010, R.D.C.-T.B.H., 2010/5, p. 438

Rechtbank van koophandel Brussel 13 januari 2010

INSOLVENTIE
Faillissement - Rechten van de schuldeisers - Schulden van of in de boedel

OVAM / De Ridder q.q.

De rechtbank diende zich uit te spreken over de vraag of de kosten gemaakt tijdens het faillissement voor de ambtshalve verwijdering door OVAM van de inbreukmakende afvalstoffen die zich op de bedrijfsterreinen van de gefailleerde bevinden, een schuld van of in de boedel is.

Ingevolge het faillissement en zijn aanstelling als curator werd aan verweerder q.q. het beheer van het vermogen van de gefailleerde toevertrouwd. Zodoende had verweerder q.q. het beheer van alle activa waarvan de gefailleerde eigenaar was, en ten dezen een te grote hoeveelheid niet vergunde autobanden die zich op het terrein bevonden. De omstandigheid dat verweerder q.q. de exploitatie niet verder gezet heeft, doet hieraan geen afbreuk.

De rechtbank maakt in deze toepassing van het arrest van het Hof van Cassatie van 7 maart 2002 waarin wordt geoordeeld dat niet alleen de schulden die na het faillissement zijn ontstaan en die door de curator worden aangegaan als beheerder van de boedel, ten laste van de faillissementsboedel komen maar dat ook de schulden, ontstaan door handelingen die de curator voor dit beheer diende te stellen maar niet gesteld heeft als een schuld van de boedel gekwalificeerd kunnen worden, en besluit derhalve dat de curator heeft nagelaten de wettelijke reglementering tot sanering nodig tot het waarborgen van de openbare veiligheid na te komen en dat de kosten die hieruit voortvloeien te beschouwen zijn als schuld van de boedel.