Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen 15 oktober 2009

Het Europees Hof diende zich te buigen over de vraag of het Gemeenschapsrecht een algemeen rechtsbeginsel van gelijkheid van aandeelhouders kent dat minderheidsaandeelhouders zou beschermen door een meerderheidsaandeelhouder die de zeggenschap over een vennootschap verkrijgt of uitoefent, te verplichten om aan de minderheidsaandeelhouders aan te bieden om hun aandelen te kopen tegen dezelfde voorwaarden als overeengekomen bij de verwerving van de deelneming die de meerderheidsaandeelhouder zeggenschap verschaft of deze zeggenschap verstrekt. Het Europees Hof oordeelt dat het Gemeenschapsrecht geen algemeen rechtsbeginsel kent dat zulke gelijke behandeling van minderheidsaandeelhouders verplicht.

Het Europees Hof stelt dat het niet volstaat dat in secundaire Gemeenschapswetgeving bepalingen zijn opgenomen die betrekking hebben op de bescherming van minderheidsaandeelhouders om een algemeen rechtsbeginsel van Gemeenschapsrecht te erkennen, in het bijzonder indien voormelde bepalingen beperkt zijn tot rechten die duidelijk gedefinieerd en zeker zijn. Voorts stelt het Europees Hof dat het algemeen principe van gelijke behandeling geen aanleiding kan geven tot een verplichting van de meerderheidsaandeelhouder ten voordele van de overige aandeelhouders.