Article

Hof van Cassatie, 20/02/2009, R.D.C.-T.B.H., 2010/3, p. 233-234

Hof van Cassatie 20 februari 2009

TAALGEBRUIK GERECHTSZAKEN
Taalgebruik gerechtszaken - Taalgebruik in hoger beroep - Engelse woorden in arrest
Het gebruik van de woorden 'stand alone', tussen aanhalingstekens geplaatst in het bestreden arrest, schendt de taalwet gerechtszaken niet, in zoverre de bekritiseerde overweging waarin deze woorden worden gebruikt verstaanbaar en zinnig is blijkens haar context.
EMPLOI DES LANGUES EN MATIERE JUDICIAIRE
Emploi des langues en matière judiciaire - Emploi des langues en appel - Mots anglais dans l'arrêt
Ne viole pas la loi concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, l'emploi des termes 'stand alone', placés entre guillemets dans la décision, dans la mesure où la considération critiquée dans laquelle ces termes sont utilisés est compréhensible et sensée selon son contexte.

Quick Restaurants NV / Bonfait Exploitatie BV, Euro Fresh NV en S.J.

Zet.: I. Verougstraete (voorzitter), E. Waûters (afdelingsvoorzitter), E. Stassijns, B. Deconinck en A. Smetryns (r­aadsheren)
OM: G. Dubrulle (advocaat-generaal)
Pl.: Mr. L. Simont
I. Rechtspleging voor het Hof

Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 25 oktober 2006 gewezen door het hof van beroep te Brussel.

Voorzitter Ivan Verougstraete heeft verslag uitgebracht.

Advocaat-generaal Guy Dubrulle heeft geconcludeerd.

II. Cassatiemiddel

De eiseres voert in haar verzoekschrift een middel aan.

(…)

Derde onderdeel

De appelrechters beslissen dat de sterke onderscheidende kracht van het woord- en beeldmerk van de eiseres in het 'stand alone' van de term 'quick' ligt, terwijl voor het teken van de eerste verweerster, de onderscheidende kracht in de samenvoeging van de woorden en het hiermee verbonden totale beeld van het complexe teken ligt (p. 11, nr. 22 van het bestreden arrest).

Op die redenen gronden de appelrechters hun beslissing dat het merk van de eerste verweerster geen inbreuk uitmaakt op de beschermingsomvang van de merken van de eiseres en wijzen zij de oorspronkelijke vordering van de eiseres af als ongegrond.

Het bestreden arrest bevat geen vertaling in de taal van de rechtspleging, het Nederlands, van het aangehaalde Engelse begrip 'stand alone'.

Overeenkomstig de artikelen 24 en 37 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, worden de vonnissen en arresten gesteld in de taal van de rechtspleging.

Ingevolge artikel 40, 1ste lid, van de voornoemde wet zijn deze regels voorgeschreven op straf van nietigheid en heeft deze wetschending dus de nietigheid van het arrest zowel naar de inhoud als naar de vorm tot gevolg.

Aangezien het bestreden arrest niet volledig in de taal van de rechtspleging is gesteld, schendt het de artikelen 24 en 37 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken en is het, krachtens artikel 40 van diezelfde wet, in zijn geheel nietig.

(…)

III. Beslissing van het Hof
Beoordeling
Eerste onderdeel

(…)

Derde onderdeel

3. Het onderdeel voert aan dat het bestreden arrest zijn beslissing laat steunen op de overweging dat de sterke onderscheidende kracht van het merk van de eiseres in 'het stand alone' van de term 'quick' ligt, waarvan geen vertaling in de taal van de rechtspleging wordt gegeven waardoor het arrest de artikelen 24 en 37 van de wet taalgebruik in gerechts­zaken zou miskennen en waardoor het nietig zou zijn ingevolge artikel 40 van deze wet.

4. Het gebruik van de woorden 'stand alone', tussen aanhalingstekens geplaatst in de beslissing, schendt de taalwet gerechtszaken niet, in zoverre de bekritiseerde overweging waarin deze woorden worden gebruikt verstaanbaar en zinnig is blijkens haar context.

5. Te dezen blijkt uit het gebruik van de term 'daarentegen' voor het teken van de eerste verweerster en de parallelle zins­opbouw van de in het onderdeel aangehaalde overweging die volgt op de bekritiseerde overweging, dat het woord 'samenvoeging' als het tegenovergestelde van de woorden 'stand alone' moet worden aangezien.

Het onderdeel kan niet worden aangenomen.

(…)

Dictum

Het Hof,

Verwerpt het cassatieberoep.

Veroordeelt de eiseres in de kosten.

De kosten zijn begroot op de som van 684,68 EUR jegens de eisende partij.

(…)