Article

FINANCIeeL RECHT – Europees financieel recht – DEELNEMINGEN IN FINANCIËLE ONDERNEMING – VERWERVING – KENNISGEVING – BEOORDELING GESCHIKTHEID – PROCEDURE – CRITERIA, R.D.C.-T.B.H., 2009/9, p. 975

FINANCIEEL RECHT

Europees financieel recht - DEELNEMINGEN IN FINANCIËLE ONDERNEMING - VERWERVING - KENNISGEVING - BEOORDELING GESCHIKTHEID - PROCEDURE - CRITERIA

Wet van 31 juli 2009 tot omzetting van richtlijn 2007/44/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector (BS 8 september 2009)

De wet van 31 juli 2009 zet richtlijn 2007/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 inzake procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector (Pb.L. 21 september 2007, afl. 247; hierna de “Richtlijn”) om. De Richtlijn beoogt een maximale harmonisatie van de regels ter beoordeling van de “geschiktheid” van personen die voornemens zijn een gekwalificeerde deelneming in een financiële onderneming te verwerven of deze te vergroten. Dit betekent dat de lidstaten geen strengere regels mogen opleggen. Met financiële ondernemingen worden kredietinstellingen, verzekerings- en herverzekeringsondernemingen evenals beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging bedoeld.

Ter bescherming van het gezond en voorzichtig beleid van een financiële onderneming bestond in België reeds de verplichting om de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (“CBFA”) te informeren wanneer men voornemens was om een gekwalificeerde deelneming in dergelijke onderneming te nemen of deze te vergroten. Voor de wet van 31 juli 2009 werd de drempel van 5% (en veelvouden hiervan) gehanteerd. Voortaan zijn nog maar een beperkt aantal drempels toegelaten. Concreet betekent dit dat nog enkel een kennisgeving en beoordeling van de geschiktheid van een kandidaat-verwerver moet gebeuren wanneer een drempel van 20, 30 en 50% wordt overschreden of de financiële onderneming een dochteronderneming zou worden. Een bijkomende kennisgeving bij overschrijding van de 5%-drempel wordt behouden louter en alleen met het oog op de informatieverstrekking aan de CBFA.

De richtlijn en dus de wet van 31 juli 2009 bepalen ook nauwkeurig het beoordelingsproces van de kandidaat-verwervers. Na kennisgeving ontvangt de kandidaat-verwerver van de CBFA binnen de 2 werkdagen een schriftelijke ontvangstbevestiging en vermelding wanneer de beoordelingsperiode afloopt. De beoordelingstermijn bedraagt in beginsel 60 dagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangstbevestiging. In bepaalde gevallen (bijkomende informatie, buitenlandse verwerver) kan de termijn worden verlengd. Wordt de beslissing van de CBFA de kandidaat niet tijdig ter kennis gebracht, wordt de verwerving geacht te zijn goedgekeurd.

Naast de procedure en de termijnen worden ook de criteria aan de hand waarvan de geschiktheid van de kandidaat en de financiële soliditeit van de verwering moet worden beoordeeld, bepaald. Voor verdere toelichting van deze criteria kan worden verwezen naar de “Guidelines for prudential assessment of acquisition and increase of holdings in the financial sector required by directive 2007/44/EC” die gezamenlijk werden opgesteld door de drie comités van prudentiële toezichthouders die zijn opgericht door de Europese Commissie.

Deze wet is op 18 september 2009 in werking getreden.