Article

Actualité : Europees Hof van Justitie, 10/02/2009, R.D.C.-T.B.H., 2009/7, p. 733-734

Europees Hof van Justitie 10 februari 2009

ARBITRAGE
Algemeen (arbitrage)

Allianz / West Tankers

Europees Hof verwerpt anti-suit injunctions ten voordele van arbitrage, maar de Engelse rechtbanken geven zich niet volledig gewonnen

Op 10 februari 2009 velde het Europese Hof het lang­verwachte “West Tankers”-arrest. West Tankers, een scheepseigenaar, riep voor het Tribunale di Siracuse in dat de Italiaanse rechter onbevoegd was over een vordering m.b.t. een aanvaring, gelet op het arbitragebeding in de charterovereenkomst. Bovendien verkreeg West Tankers van het Engelse High Court of Justice een zogenaamde “anti-suit-injunction” die de eisers - twee verzekeraars - verbood de Italiaanse procedure verder te zetten. Volgens het High Court was de leer van het arrest Turner, waarin het Europese Hof besliste dat een anti-suit-injunction niet verenigbaar is met Verordening nr. 44/2001 (Brussel-I), niet toepasselijk. Artikel 1, lid 2, d) van deze verordening sluit arbitrage immers voorlopig nog (cf. infra) uit van haar toepassingsgebied. Bovendien vermijden anti-suit-injunctions rechtsonzekerheid en inconsistente uitspraken en verhogen ze de aantrekkelijkheid van Engeland als arbitrage-forum.

Het Hof van Justitie deelde de mening van het House of Lords niet. In navolging van de conclusie van advocaat-generaal Kokott, stelde het Hof vast dat wanneer een procedure op grond van het onderwerp van het geding binnen de werkingssfeer van de verordening valt, een prealabele vraag naar de toepasselijkheid van een arbitragebeding en met name naar de geldigheid ervan, eveneens binnen de werkingssfeer van de verordening valt. De ene rechter mag zich niet uitspreken over de bevoegdheid van de andere rechter, ook niet indien die bevoegdheid zou afhangen van de geldigheid van een arbitragebeding. Dit is in lijn met het principe van de Kompetenz-Kompetenz: elke rechter beoordeelt in principe zijn eigen bevoegdheid. Rechters in andere lidstaten moeten erop vertrouwen dat zij dit correct en efficiënt zullen doen. Een anti-suit-injunction is weliswaar gericht tegen de partijen en niet tegen de buitenlandse rechter. Ze verbiedt deze laatste daarom niet rechtstreeks zich over zijn bevoegdheid uit te spreken. Feitelijk heeft de anti-suit injunction echter wel dit gevolg (Europees Hof van Justitie 10 februari 2009, Allianz/West Tankers).

Inmiddels besliste het Engelse Commercial Court dat het verbod op anti-suit-injunctions ten voordele van arbitrage niet geldt indien de buitenlandse procedure zich afspeelt voor een rechtbank buiten de Europese Unie (Commercial Court - Queen's Bench Division 7 mei 2009, Shashoua/Sharma, [2009] EWHC 957 (Comm.))