Hof van Cassatie 16 februari 2009
VERBINTENISSEN UIT OVEREENKOMST
Nakoming verbintenis - Ontbinding - Buitengerechtelijke ontbinding
|
(Zaak: nr. C080043N)
De buitengerechtelijke ontbinding bevestigd, doch niet verduidelijkt
In een arrest van 16 februari 2009 (C080043N) heeft het Hof van Cassatie zijn eerdere erkenning van de buitengerechtelijke ontbinding van overeenkomsten bevestigd. In dezelfde bewoordingen als de arresten van 2 mei 2002 (waarvan de onduidelijkheid was aangekaart in de rechtsleer) stelt het Hof dat een contractpartij op eigen gezag en op eigen risico mag beslissen “haar verbintenissen niet uit te voeren” en kennis geven aan de wederpartij “dat zij de overeenkomst als beëindigd beschouwt”. De rechtmatigheid van de partijbeslissing wordt ter beoordeling aan de rechter voorgelegd “bij een latere vordering tot gerechtelijke ontbinding”. Het arrest bevestigt verder dat de ontbinding een wanprestatie vereist die “van aard [is] een gerechtelijke ontbinding te rechtvaardigen” en een ingebrekestelling vereist, tenminste voor zover deze nog een nuttig gevolg kan hebben. Tot slot bevestigt het arrest dat in geval van ontbinding ten laste van beide contractspartijen de wederzijdse schadevergoeding wordt bepaald “in evenredigheid met de ernst van de respectieve tekortkomingen”.