Jurisprudence commentée en droit bancaire et en droit financier
Becommentarieerde rechtspraak in bank- en financieel recht
AVANT-PROPOS
La nouvelle livraison de cette chronique [1] est oeuvre collective. Elle est le fruit des réflexions de André-Pierre André-Dumont, Kathleen Bernaert, Bertrand Caulier, Régine Feltkamp, Roland Hardy, Jacques Richelle, Oliver Stevens, Marc-David Weinberger et de nous-mêmes.
Les justiciables ont posé de bonnes questions: un banquier a-t-il l'obligation de rémunérer les fonds de ses clients (décision 6)? L'interdiction des conflits d'intérêts est-elle absolue en matière de gestion de fortune (décision 8)? Quelle est l'incidence du défaut d'agrément comme établissement de crédit sur les contrats de prêts en cours (décision 9)? Les autorités de contrôle ont-elles une obligation de dénonciation à l'égard du parquet (décision 10)?
Les cours et tribunaux ont admis le journal des instructions du réseau (loggin) comme moyen de preuve établissant l'enregistrement correct d'un transfert électronique de fonds (décision 3). Ils ont aussi consacré l'inapplicabilité de l'article 1154 du Code civil (anatocisme) à tous les comptes bancaires (décision 1), l'inapplicabilité de l'article 1239 du Code civil aux virements falsifiés, basée sur une clause conventionnelle (décision 2) et l'inapplicabilité de la notion de service public aux établissements de crédit (décision 5). Le lecteur sera aussi attentif à la pertinence de l'analyse faite de l'autonomie de la volonté des parties en matière de crédit (décision 5).
|
VOORWOORD
De nieuwe uitgave van deze kroniek [2], is een gemeenschappelijk werk, gesproten uit de beschouwingen van André-Pierre André-Dumont, Kathleen Bernaert, Bertrand Caulier, Régine Feltkamp, Roland Hardy, Jacques Richelle, Oliver Stevens, Marc-David Weinberger en wijzelf.
De rechtszoekenden hebben goede vragen gesteld: is de bankier een vergoeding verschuldigd voor de fondsen van zijn cliënten (beslissing 6)? Is het verbod van belangenconflict bij vermogensbeheer absoluut (beslissing 8)? Wat is de weerslag op de lopende leningsovereenkomsten indien een kredietinstelling geen vergunning heeft (beslissing 9)? Is de aangifte bij het parket verplichtend door de controleautoriteiten (beslissing 10)?
De hoven en de rechtbanken hebben aanvaard dat het journaal van de netinstructies (loggin) als bewijs kan gelden voor de correcte registratie van elektronische overdracht van fondsen (beslissing 3). Zij hebben eveneens bekrachtigd dat artikel 1154 van het Burgerlijk Wetboek (anatocisme) niet toepasselijk is op al de bankrekeningen (beslissing 1), en dat steunende op een conventionele clausule, artikel 1239 van het Burgerlijk Wetboek niet toepasselijk is op vervalste overschrijvingsopdrachten (beslissing 2) en verder dat het begrip openbare dienst niet toepasselijk is op kredietinstellingen (beslissing 5). De aandacht van de lezer wordt eveneens gevestigd op de belangrijkheid van de wilsautonomie van de partijen in kredietmateries (beslissing 5).
|
[1] | Pour nos précédentes chroniques, cons. R.D.C. 1997/12, pp. 735-803, R.D.C. 1998/12, pp. 782-859, R.D.C. 1999/1, pp. 22-27, R.D.C. 1999/10, pp. 677-738, R.D.C. 2000/11, pp. 673-746, R.D.C. 2001/12, pp. 779-862, R.D.C. 2003/1, pp. 1-75, R.D.C. 2004/2, pp. 136-198, R.D.C. 2005/2, pp. 139-187, R.D.C. 2006/1, pp. 67-138, R.D.C. 2007/1, pp. 39-97, R.D.C. 2008/1, pp. 18-100 ; pour celles écrites par J.-P. Buyle et X. Thunis, cons. R.D.C. 1992/11, pp. 952-1016, R.D.C. 1993/11, pp. 978-1071, R.D.C. 1994/12, pp. 1057-1146, R.D.C. 1995/12, pp. 999-1068, R.D.C. 1996/12, pp. 1025-1120. |
[2] | Voor onze vorige kronieken, zie T.B.H. 1997/12, p. 735-803, T.B.H. 1998/12, p. 782-859, T.B.H. 1999/1, p. 22-27, T.B.H. 1999/10, p. 677-738, T.B.H. 2000/11, p. 673-746, T.B.H. 2001/12, p. 779-862, T.B.H. 2003/1, p. 1-75, T.B.H. 2004, p. 136 -198, T.B.H. 2005, p. 139 -187, T.B.H. 2006, p. 67 -138, T.B.H. 2007, p. 39 -97, T.B.H. 2008/1, p. 18-100 ; voor deze geschreven door J.-P. Buyle et X. Thunis, cons. T.B.H. 1992/11, p. 952-1016, T.B.H. 1993/11, p. 978-1071, T.B.H. 1994/12, p. 1057-1146, T.B.H. 1995/12, p. 999-1068, T.B.H. 1996/12, p. 1025-1120. |