Article

Wet van 8 juni 2008 – Openbare overname bedingen – MiFID-richtlijn – Omzetting collectief beheer van beleggingsportefeuilles – Interne organisatie – Nieuwe verplichtingen, R.D.C.-T.B.H., 2008/9, p. 834

WET VAN 8 JUNI 2008

Openbare overname bedingen - MiFID-richtlijn - Omzetting collectief beheer van beleggingsportefeuilles - Interne organisatie - Nieuwe verplichtingen

Markten voor financiële instrumenten
Het MiFID omzettingsbesluit bekrachtigd

Door artikel 11 van de wet van 8 juni 2008 houdende diverse bepalingen [1] wordt het koninklijk besluit van 27 april 2007 tot omzetting van de Europese richtlijn betreffende de markten voor financiële instrumenten (de zogeheten “MiFID-Richtlijn 2004/39/CE”) [2] bekrachtigd met ingang van de datum van zijn inwerkingtreding (i.e. op 1 november 2007, behoudens wat betreft een aantal specifieke bepalingen, zie desbetreffend art. 127 van het K.B.). Deze bekrachtiging geschiedt overeenkomstig artikel 51 van de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen, artikel 146 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en artikel 230 § 2 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles [3], waarin de Koning werd gemachtigd voormelde richtlijn om te zetten, mits a posteriori wettelijke bekrachtiging van het uitgevaardigde koninklijk besluit.

Het koninklijk besluit van 27 april 2007 wijzigde een aantal wetten op het vlak van het toezicht op de financiële instellingen en de financiële diensten met het oog op de omzetting van de MiFID-Richtlijn 2004/39/EG en de in uitvoering ervan getroffen richtlijn 2006/73/EG.

In de korte toelichting bij het artikel 11 van de wet van 8 juni 2008 wordt o.m. van de gelegenheid gebruik gemaakt om de vervanging door voormeld koninklijk besluit van artikel 153 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles door een nieuwe bepaling inzake de interne organisatie van de beheersvennootschappen van instellingen voor collectieve beleggingen, te verantwoorden [4]. De Raad van State had immers kritiek geuit op deze vervanging, nu deze aanpassing verder reikte dan de aan de Koning gegeven wettelijke machtiging. Volgens de Memorie van Toelichting resulteerde het nieuwe artikel 153 van het koninklijk besluit uit de coördinatie van de vroegere bepalingen met de wijzigingen nodig voor de omzetting van artikel 66 van MiFID-Richtlijn 2004/39/CE, dat de beheersvennootschappen van instellingen voor collectieve belegging onderwerpt aan een aantal nieuwe verplichtingen o.m. van organisatorische aard.

[1] B.S. 16 juni 2008.
[2] B.S. 31 mei 2007.
[3] B.S. 26 april 2007.
[4] Zie Memorie van Toelichting, wetsontwerp houdende diverse bepalingen, Gedr. St. Kamer 2007-08, nr. 1012/001, p. 13.