Rechtbank van koophandel Turnhout 21 februari 2008
VERZEKERINGEN
Landverzekering Verzekeringsovereenkomst in het algemeen - Niet-betaling van de premie - Schorsing van de dekking - Termijn van ten minste 15 dagen - Aanvangsdatum
Artikel 15 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst voorziet dat de dekking kan geschorst worden wegens niet-betaling van de premie na het verstrijken van een termijn die niet korter mag zijn dan 15 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de afgifte ter post van de aangetekende brief. Bijgevolg is enkel de afgifte ter post van de brief gericht aan de juiste bestemmeling relevant en bepalend om de aanvangsdatum van deze termijn te bepalen, ook al is de aangetekende brief vruchteloos aangeboden op het adres van de verzekerde.
RECHTSPLEGING
Uitgaven en kosten - Algemeen - Verhaalbaarheid kosten en ereloon advocaat - Rechtsplegingsvergoeding - Nieuwe tarieven
Op grond van artikel 2 K.B. van 26 oktober 2007 dienen allen onderdelen van de hoofdvordering en niet de tegenvorderingen of de tussenvorderingen te worden samengeteld om het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding te bepalen.
Bij toepassing van artikel 1022 Ger. W. kent de rechtbank op verzoek van de curator het minimumbedrag van 1.000 EUR toe, rekening houdend met de financiële draagkracht van de in het ongelijk gestelde partij omwille van het gegeven dat deze failliet is verklaard.
|
ASSURANCES
Assurance terrestre - Contrat d'assurance en général - Non-paiement de la prime - Suspension de la couverture - Délai d'au moins 15 jours - Date de début
L'article 15 de la loi sur le contrat d'assurance terrestre prévoit que la couverture peut être suspendue pour cause du non-paiement de la prime après l'expiration d'un délai qui ne peut être inférieur à 15 jours à compter du lendemain du dépôt de la lettre recommandée à la poste. Par conséquent, seul le dépôt à la poste de la lettre au bon destinataire est pertinent et déterminant pour déterminer la date de début de ce délai, même si la lettre recommandée a été présentée vainement à l'adresse de l'assuré.
PROCÉDURE
Frais et dépens - Généralités - Répétibilité des frais et honoraires d'avocat - Indemnité de procédure - Nouveaux tarifs
Sur base de l'article 2 de l'A.R. du 26 octobre 2007, seuls les éléments de la demande principale et non ceux des demandes reconventionnelles ou les demandes incidentes doivent être additionnés pour déterminer le montant de l'indemnité de procédure.
En application de l'article 1022 C. jud., le tribunal accorde, à la demande du curateur, le montant minimum de 1.000 EUR, tenant compte des possibilités financières de la partie mise en défaut du fait qu'elle a été déclarée en faillite.
|
NV ING Insurance et Comm. VA Immoselco / Mr. J. Van Looy in hoedanigheid van curator
Mr. J. Van Looy in hoedanigheid van curator / NV Fortis Insurance Belgium
Zet.: G. Naulaerts (plv. rechter dd. voorzitter), J. Van Beek en D. Schellens (rechters in handelszaken) |
Pl.: Mrs. I. Bosmans loco A. Diercxsens en J. Van Looy en J.-L. Schuermans |
(…)
1. | Feitelijke gegevens en situering van de partijen in het geding |
Het geschil tussen partijen betreft vorderingen op grond van beschadigingen ingevolge een brand die zich voordeed op 17 november 2005 aan een deel van een gebouwencomplex gelegen aan de Bloemekensgang, Grote Markt 30 te 2300 Turnhout.
Ten tijde van de brand werd een bepaald deel van dat gebouwencomplex, ter hoogte van Bloemekensgang nr. 14, ingevolge een handelshuurovereenkomst van 4 september 2000 door de heer Jaber Saïd gehuurd van de CV Immoselco en de heer Jaber Saïd baatte aldaar een restaurant uit onder de benaming “Argentino”.
De NV ING Insurance, thans de NV Vivium, is verzekeraar brand van het betreffende gebouwencomplex, eigendom van de CV Immoselco.
De NV Fortis AG, thans de NV Fortis Insurance Belgium, is verzekeraar huurdersaansprakelijkheid van de heer Jaber Saïd en is tevens medeverzekeraar brand (met de NV ING Insurance, thans de NV Vivium) van het betreffende gebouwencomplex, eigendom van de CV Immoselco.
Hangende de procedure werd Mr. Jozef Van Looy, advocaat met kantoor te 2280 Grobbendonk, Bevrijdingsstraat 20/A, bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Turnhout van 18 september 2007 aangesteld als curator over het faillissement van de heer Jaber Saïd.
(…)
2. | Vorderingen van partijen en ontvankelijkheid |
(…)
3. | Standpunten van partijen |
Partijen betwisten niet dat de heer Jaber Saïd bij toepassing van de artikelen 1732 en 1733 van het Burgerlijk Wetboek vermoed wordt aansprakelijk te zijn voor de brand, die zich op 17 november 2005 voordeed in het door hem gehuurde pand. Evenmin bestaat er tussen partijen betwisting over de ingevolge de brand gedane uitkeringen en de betaaldata van de uitkeringen.
De NV ING Insurance, thans de NV Vivium, stelt dat de NV Fortis AG, thans NV Fortis Insurance Belgium, ingevolge de polis Top Handel nummer 03/48.820.598/00, die een aanvang nam op 18 maart 2004 en die werd afgesloten met de heer Jaber Saïd, gehouden is dekking te verlenen voor het schadegeval.
De NV Fortis AG, thans NV Fortis Insurance Belgium, stelt dat zij per aangetekend schrijven van 17 augustus 2005 haar verzekerde in gebreke stelde wegens de niet-betaling van premies voor de periode vanaf 1 juli 2005 tot 31 december 2007. Zij richtte dat schrijven aan Restaurant Argentino. vert. Jaber Saïd, Grote Markt, 30, bus 14, 2300 Turnhout en beroept zich vervolgens op schorsing van de dekking in de polis, tevens verwijzende naar een afgiftelijst van 18 augustus 2005 ter staving van de afgifte ter post van het aangetekend schrijven van 17 augustus 2005. Zij beroept zich in dat verband op de artikelen 14 en 15 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst van 25 juni 1992.
De heer Jaber Saïd betwist niet dat hij de premies voor de periode vanaf 1 juli 2005 tot 31 december 2007 niet betaalde, maar stelt dat hij het aangetekend schrijven van 17 augustus 2005 van de NV Fortis AG, thans NV Fortis Insurance Belgium, niet heeft ontvangen en dat hij dus niet in kennis werd gesteld van de schorsing van de dekking, zodat er geen rechtsgeldige schorsing van de dekking is en verzekeraar NV Fortis AG, thans NV Fortis Insurance Belgium, dus gehouden is tot dekking zoals vervat in de polis. Hij verwijst daarbij naar het feit dat De Post aan zijn raadsman het volgende meldde: “Niettegenstaande grondige opzoekingen, hebben we de bedoelde ingeschreven zending niet kunnen terugvinden. Er is enkel spoor van een vruchteloze aanbieding van deze aangetekende zending op het adres van uw cliënt op datum van 19 augustus 2005”.
4. | Beoordeling |
De artikelen 14 (niet-betaling van de premie) en 15 (aanmaning tot betaling) van de wet op de landverzekeringsovereenkomst van 25 juni 1992 stellen het volgende:
“Niet-betaling van de premie op de vervaldag kan grond opleveren tot schorsing van de dekking of tot opzegging van de overeenkomst mits de schuldenaar in gebreke is gesteld.
De verzekeringsovereenkomst kan echter bepalen dat de dekking pas aanvangt na de betaling van de eerste premie.” (art. 14 WLVO).
“De ingebrekestelling bedoeld in artikel 14 geschiedt bij deurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief.
Daarbij wordt aangemaand om de premie te betalen binnen de termijn bepaald in de ingebrekestelling. Die termijn mag niet korter zijn dan vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
De ingebrekestelling herinnert aan de vervaldag van de premie en aan de gevolgen van niet- betaling binnen de gestelde termijn.” (art. 15 WLVO).
Het stuk 2 van het bundel van de NV Fortis AG, thans NV Fortis Insurance Belgium, betreft het hierboven reeds aangehaalde aangetekend schrijven van 17 augustus 2005, terwijl het stuk 3 van het bundel van de NV Fortis AG, thans NV Fortis Insurance Belgium, de lijst van aangetekende stukken door haar afgeleverd op 18 augustus 2005 betreft. In die lijst wordt melding gemaakt van een schrijven aan “Restaurant Argentino vert. Jaber Saïd, met adres Grote Markt, 30 bus 14, 2300 Turnhout”.
De rechtbank is van oordeel dat het aangetekend schrijven van 17 augustus 2005 van de NV Fortis AG, thans NV Fortis Insurance Belgium, voldoet aan alle voorwaarden opgenomen in voormeld artikel 15: de ingebrekestelling geschiedde bij een ter post aangetekende brief, in dat schrijven werd aangemaand om de premie te betalen binnen 15 dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de afgifte ter post van de aangetekende brief en de ingebrekestelling herinnerde aan de vervaldag van de premie en aan de gevolgen van niet-betaling binnen de gestelde termijn:
“Ondanks herhaaldelijk verzoek, hebben wij tot op heden uw betaling nog niet ontvangen. (...) Het is mogelijk dat u de betaling ondertussen reeds heeft uitgevoerd. In dat geval hoeft u met dit betalingsverzoek geen rekening te houden.
Indien dat echter niet het geval is, verzoeken we u het verschuldigde bedrag zo snel mogelijk te betalen door middel van bijgevoegd overschrijvingsformulier. Zo vermijdt u dat de waarborgen worden geschorst.
Wij willen er inderdaad uw aandacht op vestigen dat de waarborgen van rechtswege geschorst worden indien wij het verschuldigde bedrag niet hebben ontvangen binnen 15 dagen vanaf de dag na de afgifte ter post van dit schrijven. Ze treden pas opnieuw in voege op de dag na de betaling van de verschuldigde premie bij de maatschappij of een van haar lasthebbers.
Bovendien behouden wij ons het recht voor om het contract op te zeggen wegens niet-betaling van de premie. Een eventuele opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing. Wij zijn er echter van overtuigd dat deze maatregelen overbodig zullen zijn en dat we eerstdaags uw betaling zullen ontvangen. Aarzel niet contact op te nemen met uw makelaar voor alle problemen in verband met uw contract. Voor louter financiële vragen, kan u steeds terecht op onze dienst 'Klantenbeheer' (tel. 075/15.36.36).”
Nu artikel 15 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst van 25 juni 1992 uitdrukkelijk voorziet in een termijn die niet korter mag zijn dan 15 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de afgifte ter post van de aangetekende brief, is enkel de afgifte ter post relevant en bepalend, waar in casu op afdoende wijze, met name door middel van de voorgelegde afgiftelijst van 18 augustus 2005, wordt aangetoond dat het aangetekend schrijven van 17 augustus 2005 ter post werd afgegeven op 18 augustus 2005.
Nu de identiteit van de bestemmeling van voormeld aangetekend schrijven van 17 augustus 2005 dezelfde is als deze vermeld als verzekerde in de betreffende polis en overigens ook als deze vermeld in de aangifte van het schadegeval door de heer Jaber Saïd aan de NV Fortis AG, thans de NV Fortis Insurance Belgium, kan in casu enkel vastgesteld worden dat de ingebrekestelling per aangetekend schrijven van 17 augustus 2005 aan de juiste bestemmeling was gericht.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de dekking op het ogenblik van de brand op 17 november 2005 rechtsgeldig was geschorst ingevolge het aangetekend schrijven van 17 augustus 2005 van de NV Fortis AG, thans NV Fortis Insurance Belgium.
(…)
5. | Met betrekking tot de gerechtskosten |
De raadslieden van partijen werden ter zitting van 24 januari 2008 gehoord betreffende de gerechtskosten en werden verzocht standpunt in te nemen betreffende de toepassing van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007, dat in werking is getreden op 1 januari 2008, tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding.
Voor de begroting van de gerechtskosten maakt de rechtbank toepassing van het K.B. van 26 oktober 2007 tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat. Partijen betwisten overigens niet dat de nieuwe tarieven van de rechtsplegingsvergoeding in casu van toepassing zijn, nu vanaf 1 januari 2008 zowel de wet van 21 april 2007 als het K.B. van 26 oktober 2007 in werking traden.
Het nieuwe tarief van de rechtsplegingsvergoeding dient bepaald te worden in functie van de vordering zoals gesteld in laatste conclusie, hetgeen volgt uit artikel 618, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek, inzake van toepassing gelet op artikel 2 van het K.B. van 26 oktober 2007. De rechtbank is verder van oordeel dat enkel de hoofdvordering aanleiding geeft tot de bepaling van het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding, hetgeen volgt uit de artikelen 557 tot 562 van het Gerechtelijk Wetboek, eveneens van toepassing gelet op artikel 2 van het K.B. van 26 oktober 2007. Alle onderdelen van de hoofdvordering dienen te worden samengeteld (art. 558), maar niet de tegenvordering(en) of tussenvordering(en) (cf. Cass. 27 maart 1981, Arr. Cass. 1980-81, 842, Pas. 1981, I, 810, R.W. 1982-83, 20, noot en J.T. 1982, 278).
Gelet op de bedragen van de hoofdvorderingen, dient toepassing gemaakt te worden van de tarieven tussen 60.000,01 EUR en 100.000 EUR, waarvoor een basisbedrag van 3.000 EUR werd voorzien, een minimumbedrag van 1.000 EUR en een maximumbedrag van 6.000 EUR.
Nu de toepasselijke tariefschijf van de rechtsplegingsvergoeding vaststaat, is de volgende vraag wie ze moet dragen. Dit is, zo stelt artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, de “in het ongelijk gestelde partij”.
De NV ING Insurance, thans de NV Vivium, wordt in haar hoofdvordering tegen het faillissement van de heer Jaber Saïd alleszins niet in het ongelijk gesteld en hetzelfde geldt wat betreft de hoofdvordering van de CV Immoselco tegen het faillissement van de heer Jaber Saïd en wat betreft de tussenvordering van de NV Fortis Insurance Belgium, voorheen Fortis AG, tegen het faillissement van de heer Jaber Saïd.
De NV ING Insurance, thans de NV Vivium, wordt in haar tussenvordering tegen de NV Fortis AG, thans de NV Fortis Insurance Belgium, wel in het ongelijk gesteld en hetzelfde geldt wat betreft de tussenvordering van de CV Immoselco tegen de NV Fortis AG, thans de NV Fortis Insurance Belgium, wat betreft de vordering in vrijwaring van de heer Jaber Saïd tegen de NV Fortis AG, thans NV Fortis Insurance Belgium, en wat betreft de tussenvordering van de heer Jaber Saïd tegen de NV Fortis AG, thans de NV Fortis Insurance Belgium.
Ten aanzien van de NV ING Insurance, thans de NV Vivium, alsook ten aanzien van de CV Immoselco, wat betreft hun hoofdvorderingen tegen de NV Fortis AG, thans de NV Fortis Insurance Belgium, is er geen reden voorhanden om niet het basisbedrag (dat zij ten andere zelf vooropstellen) van 3.000 EUR te weerhouden.
Ten aanzien van het faillissement van de heer Jaber Saïd dient vastgesteld te worden dat de curator ter zitting een afwijking van het basisbedrag vorderde en met name vorderde dat het minimumbedrag zou worden toegepast. De rechtbank maakt in dit verband toepassing van artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek om te oordelen dat, rekeninghoudende met de financiële draagkracht van deze in het ongelijk gestelde partij omwille van het gegeven dat deze thans in faling is, het van toepassing zijnde minimumbedrag van 1.000 EUR toe te passen.
De rechtbank stelt vast dat het beginsel van het vroegere artikel 1, tweede lid van het K.B. van 30 november 2007 tot vaststelling van het tarief van de invorderbare kosten bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek niet behouden bleef, zodat geen rekening kan gehouden worden met het feit dat éénzelfde advocaat verscheidene partijen bijstaat die een gemeenschappelijke vordering instellen of die concluderen in dezelfde zin.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de gerechtskosten als volgt kunnen toegekend worden:
- aan de NV Fortis AG, thans de NV Fortis Insurance Belgium:
3.000 EUR in totaal aan rechtsplegingsvergoeding, waarvan te betalen:
1.000 EUR door de NV ING Insurance, thans de NV Vivium
1.000 EUR door de CV Immoselco
1.000 EUR door het faillissement van de heer Jaber Saïd
- aan de NV ING Insurance, thans de NV Vivium:
1.138 EUR in totaal, dat is de helft van de kosten van de inleidende dagvaarding en rolstelling, dat is 138 EUR + 1.000 EUR aan rechtsplegingsvergoeding, te betalen door het faillissement van de heer Jaber Saïd
- aan de CV Immoselco:
1.138 EUR in totaal, dat is de helft van de kosten van de inleidende dagvaarding en rolstelling, dat is 138 EUR + 1.000 EUR aan rechtsplegingsvergoeding, te betalen door het faillissement van de heer Jaber Saïd
- aan het faillissement van de heer Jaber Saïd:
geen toekenning van gerechtskosten
(…)
Om deze redenen
Wordt de volgende beslissing genomen:
De rechtbank
Rechtdoende op tegenspraak en na beraadslaging overeenkomstig de wet.
Verleent aan de NV Vivium akte van het gegeven dat zij de rechten en verplichtingen van de NV ING Insurance Belgium heeft overgenomen.
Verleent aan de NV Fortis Insurance Belgium akte van het gegeven dat zij de rechten en verplichtingen van de NV Fortis AG heeft overgenomen.
Zegt voor recht dat de vordering van de NV ING Insurance, thans de NV Vivium, tegen het faillissement van de heer Jaber Saïd gegrond is ten belope van 67.955,68 EUR, exclusief BTW, te vermeerderen met de vergoedende interesten vanaf de respectieve data van uitbetaling en met de gerechtelijke interesten, en zegt tevens voor recht dat deze schuldeiser het nodige moet doen om opgenomen te worden in het passief van de faling.
Zegt voor recht dat de vordering van de CV Immoselco tegen het faillissement van de heer Jaber Saïd gegrond is ten belope van het bedrag van 6.865,13 EUR exclusief BTW en het bedrag van 204,61 EUR, bedragen te vermeerderen met de vergoedende interesten vanaf 17 november 2005 en met de gerechtelijke interesten en met voorbehoud voor BTW, en zegt tevens voor recht dat deze schuldeiser het nodige moet doen om opgenomen te worden in het passief van de faling.
Zegt voor recht dat de vordering van de NV Fortis Insurance Belgium, voorheen Fortis AG, tegen het faillissement van de heer Jaber Saïd gegrond is ten belope van het bedrag van 67.955,08 EUR meer vergoedende interesten vanaf 14 maart 2006, het bedrag van 1.735,86 EUR meer vergoedende interesten vanaf 30 maart 2006, het bedrag van 137,99 EUR meer vergoedende interesten vanaf 25 april 2006, de gerechtelijke interesten en zegt tevens voor recht dat deze schuldeiser het nodige moet doen om opgenomen te worden in het passief van de faling.
Verklaart de tussenvordering van de NV ING Insurance, thans de NV Vivium, tegen de NV Fortis AG, thans de NV Fortis Insurance Belgium, ontvankelijk doch ongegrond,
Verklaart de tussenvordering van de CV Immoselco tegen de NV Fortis AG, thans de NV Fortis Insurance Belgium, ontvankelijk doch ongegrond.
Verklaart de vordering in vrijwaring van de heer Jaber Saïd tegen de NV Fortis AG, thans NV Fortis Insurance Belgium, zonder voorwerp.
Verklaart de vordering van de heer Jaber Saïd tegen de NV Fortis AG, thans de NV Fortis Insurance Belgium, ontvankelijk doch ongegrond.
Veroordeelt de NV ING Insurance, thans de NV Vivium, de CV Immoselco en het faillissement van de heer Jaber Saïd om elk aan de NV Fortis AG, thans de NV Fortis Insurance Belgium, het bedrag van 1.000 EUR aan rechtsplegingsvergoeding te betalen.
Veroordeelt het faillissement van de heer Jaber Saïd om aan de NV ING Insurance, thans de NV Vivium, het bedrag van 1.138 EUR aan gerechtskosten te betalen, waarvan 138 EUR als de helft van de kosten van de inleidende dagvaarding en rolstelling en 1.000 euro aan rechtsplegingsvergoeding.
Veroordeelt het faillissement van de heer Jaber Saïd om aan de CV Immoselco het bedrag van 1.138 EUR aan gerechtskosten te betalen, waarvan 138 euro als de helft van de kosten van de inleidende dagvaarding en rolstelling en 1.000 EUR aan rechtsplegingsvergoeding.
Wijst het anders en meergevorderde af.