Article

Rechtbank van koophandel Brugge, 15/10/2007, R.D.C.-T.B.H., 2008/4, p. 344-345

Rechtbank van koophandel Brugge 15 oktober 2007

FAILLISSEMENT
Gevolgen - Verbintenissen - Verschoonbaarheid - Verzoek tot vervroegde verschoonbaarverklaring - Uitstel
Indien de rechter van oordeel is dat er nog geen uitspraak kan worden gedaan over de verschoonbaarheid, kan hij beslissen om de zaak dienaangaande uit te stellen. De rechtbank is van oordeel dat het verzoek tot verschoonbaarheid voorbarig is. De uitspraak dient te worden uitgesteld in afwachting van de verdere afhandeling van het faillissement.
FAILLITE
Effets - Obligations - Excusabilité - Demande d'excusabilité anticipée - Report
Si le juge estime qu'il ne peut encore se prononcer sur l'excusabilité, il peut surseoir à sa décision. Le tribunal considère que la demande d'excusabilité est précipitée. La décision doit être reportée dans l'attente de la suite du déroulement de la faillite.

P. Van Den Bergh

Zet.: J. Declercq (rechter), M. De Geeter en J. Vanhoecke (rechters in handelszaken)
Pl.: Mr. B. Bert
Gegevens van de zaak

Bij vonnis van deze rechtbank d.d. 8 juni 2004 werd voornoemde P. Van Den Bergh in staat van faillissement verklaard.

Met verzoekschrift neergelegd op 7 juni 2007 vraagt P. Van Den Bergh dat de rechtbank in overeenstemming met artikel 80, 5de lid Faill. W. uitspraak zou doen over de verschoonbaarheid.

De curator heeft de schuldeisers en de gefailleerde bijeengeroepen op de vergadering van 4 juli 2007 en dit in overeenstemming met artikel 79 Faill. W.

Op de zitting van 17 september 2007 heeft de rechtbank het verslag van de heer M.G., in vervanging van de heer E.V., rechter in handelszaken, rechter-commissaris van dit faillissement, over de omstandigheden van het faillissement en over de beraadslaging van de schuldeisers over de verschoonbaarheid gehoord. De rechtbank heeft eveneens de curator en de gefailleerde gehoord.

Het Openbaar Ministerie, in de persoon van substituut procureur des Konings, mevrouw G.V.B., heeft mondeling advies uitgebracht, waarna aan de overige partijen de mogelijkheid tot repliek is geboden.

Beoordeling

Uit het verslag van de curator is gebleken dat P. Van Den Bergh gedurende de faillissementsafhandeling niet altijd met eenzelfde ijver heeft samengewerkt met de curator. Zo kan o.m. en louter ten titel van voorbeeld worden verwezen naar de nalatige houding bij het afleveren van de kentekenplaat voor de motorfiets. Het is slechts na veelvuldig aandringen van de curator dat haar de nummerplaat werd overhandigd, zonder dat de gefailleerde daarbij actief en met de nodige vlijt handelde.

De feitenweergave van de curator wordt bevestigd door het verslag van de rechter-commissaris.

Daar waar de Faillissementswet de verschoonbaarheid eerder als norm beschouwt, dan als uitzondering (zie in deze zin Gent 2 december 2002, NjW 2003, 1005), is de correcte en onvoorwaardelijke samenwerking van de gefailleerde met de curator tijdens de faillissementsafhandeling een uitermate belangrijk gegeven bij de beoordeling van het ongelukkig en te goeder trouw zijn van de gefailleerde (zie Parl. St. Kamer 2000-01, nr. 1132/001, p. 12-15). Op vandaag is de rechtbank niet volledig overtuigd van de juiste ingesteldheid van P. Van Den Bergh, zonder dat daarmede nu al gezegd wordt dat hij niet te goeder trouw of ongelukkig zou zijn. Gezien het faillissement nog niet aan afsluiten toe is, rest hem nog voldoende tijd en mogelijkheid om de rechtbank te overtuigen dat er geen indicaties zijn dat hij niet te goeder trouw en/of niet ongelukkig zou zijn. De toekomstige samenwerking met de curator zal daarin een niet onbelangrijke rol spelen.

Indien de rechter van oordeel is dat er nog geen uitspraak kan worden gedaan over de verschoonbaarheid, bijvoorbeeld als er nog onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om hierover te oordelen, kan hij beslissen de uitspraak dienaangaande uit te stellen (zie in deze zin Parl. St. Kamer 2004-05, nr. 1811/006, p. 4). De rechtbank is in casu van oordeel dat het verzoek tot verschoonbaarheid voorbarig is. De uitspraak dient te worden uitgesteld in afwachting van de verdere afhandeling van het faillissement.

Op deze gronden,

de rechtbank,

beslissend in overeenstemming met artikel 80 van de Faillissementswet;

(...)

op verslag van de rechter-commissaris en advies van het Openbaar Ministerie;

na beraadslaging in overeenstemming met de wet;

stelt de zaak onbepaald uit en verwijst deze dienvolgens naar de rol;

(...)