Jurisprudence commentée en droit bancaire et en droit financier
Becommentarieerde rechtspraak in Bank- en Financieel Recht
|
AVANT-PROPOS
Pour cette nouvelle édition de la chronique annuelle en droit bancaire et financier [1], nous avons élargi et diversifié l'équipe d'annotateurs, tant du côté des juristes d'entreprise que du côté du barreau. C'est ainsi que nous ont rejoints cette fois-ci André-Pierre André-Dumont, Bertrand Caulier, Régine Feltkamp, Roland Hardy, Grégory Hennard, Catherine Houssa, Fleur Longfils et Oliver Stevens.
Les opérations en compte constituent encore la moitié des décisions annotées avec des questions liées aux intérêts (décision 1) à l'unicité de compte, à la distinction entre facilités de caisse et l'ouverture de crédit (décision 2), à l'obligation de restitution en matière de carnet de dépôt (décision 3) et de virement (décision 4), et aux obligations du banquier en matière de chèque (décision 5).
Les opérations de crédit suscitent principalement deux débats: quand une résolution prend-elle effet et quand est-elle fautive (décision 6) ? Quid des devoirs d'information et de conseil en matière de garantie à première demande (décision 7).
Nous abordons enfin trois décisions concernant les contrats d'intermédiation financière, le conseil en placements et la gestion de fortune (décisions 8 à 10).
|
VOORWOORD
Bij deze nieuwe uitgave van de jaarlijkse kroniek in bank- en financieel recht [2], hebben wij de groep van schrijvers uitgebreid met enerzijds juristen uit ondernemingen en anderzijds advocaten bij de balie. Aldus zijn ditmaal volgende personen toegetreden, André-Pierre André-Dumont, Bertrand Caulier, Régine Feltkamp, Roland Hardy, Grégory Hennard, Catherine Houssa, Fleur Longfils en Oliver Stevens.
De helft van de besproken beslissingen heeft nog steeds betrekking op de opening van een rekening met vragen die verbonden zijn aan interesten (beslissing 1), eenheid van rekening met een onderscheid tussen kasfaciliteiten en kredietopening (beslissing 2), verplichting tot teruggave van een spaarrekening (beslissing 3), overschrijving (beslissing 4), en de verplichtingen van de bankier i.v.m. de cheque (beslissing 5).
De kredietopening geeft aanleiding tot twee besprekingen: wanneer heeft een ontbinding gevolg en wanneer is zij foutief (beslissing 6)? Wat is de informatieverplichting en de adviesplicht inzake de garantie op eerste verzoek (beslissing 7).
Tenslotte behandelen we drie beslissingen m.b.t. contracten van financiële tussenkomst, beleggingsadvies en vermogensbeheer (beslissingen 8 tot 10).
|
| [1] | Pour nos précédentes chroniques, cons. R.D.C. 1997/12, pp. 735-803, R.D.C. 1998/12, pp. 782-859, R.D.C. 1999/1, pp. 22-27, R.D.C. 1999/10, pp. 677-738, R.D.C. 2000/11, pp. 673-746, R.D.C. 2001/12, pp. 779-862, R.D.C. 2003/1, pp.1-75, R.D.C. 2004/2, pp. 136-198, R.D.C. 2005/2, pp. 139-187, R.D.C. 2006/1, pp. 67-138, R.D.C. 2007/1, pp. 39-97; pour celles écrites par J.-P. Buyle et X. Thunis, cons. R.D.C. 1992/11, pp. 952-1016, R.D.C. 1993/11, pp. 978-1071, R.D.C. 1994/12, pp. 1057-1146, R.D.C. 1995/12, pp. 999-1068, R.D.C. 1996/12, pp. 1025-1120. |
| [2] | Voor onze vorige kronieken, zie T.B.H. 1997/12, pp. 735-803, T.B.H. 1998/12, pp. 782-859, T.B.H. 1999/1, pp. 22-27, T.B.H. 1999/10, pp. 677-738, T.B.H. 2000/11, pp. 673-746, T.B.H. 2001/12, pp. 779-862, T.B.H. 2003/1, pp. 1-75, T.B.H. 2004/2, pp. 136-198, T.B.H. 2005/2, pp. 139-187, T.B.H. 2006/1, pp. 67-138, T.B.H. 2007/1, pp. 39-97 ; voor deze geschreven door J.-P. Buyle en X. Thunis, zie T.B.H. 1992/11, pp. 952-1016, T.B.H. 1993/11, pp. 978-1071, T.B.H. 1994/12, pp. 1057-1146, T.B.H. 1995/12, pp. 999-1068, T.B.H. 1996/12, pp. 1025-1120. |
