Article

Rechtbank van koophandel Ieper, 26/02/2007, R.D.C.-T.B.H., 2007/9, p. 883-884

Rechtbank van koophandel Ieper 26 februari 2007

BURGERLIJK RECHT - ALGEMENE BEGINSELEN
Rechtsmisbruik - Bestelbon - Algemene voorwaarden - Kennelijk onevenwicht in rechtspositie
Wanneer een bestelbon enerzijds vermeldt dat de verkoper de levering kan weigeren wanneer de koper geen financiering bekomt, anderzijds dat de betalingswijze geen ont­bindende voorwaarde is en dat in geval van verbreking of ontbinding ten laste van de koper, die laatste een schadevergoeding verschuldigd is gelijk aan 50% van de koopprijs, dan is dit geheel van bedingen misleidend en creëert het een kennelijk onevenwicht in de rechtspositie tussen partijen.
De verkoper die zich op dergelijk beding beroept pleegt rechtsmisbruik, hetgeen gesanctioneerd wordt door de beperking van het recht tot een normale uitoefening ervan.
DROIT CIVIL - PRINCIPES GÉNÉRAUX
Abus de droit - Bon de commande - Conditions générales - Déséquilibre manifeste entre parties
Quand un bon de commande donne le droit au vendeur de refuser la livraison si l'acheteur n'obtient pas de financement, mais qu'il stipule en même temps que le mode de paiement ne constitue pas une condition résolutoire et qu'en cas de résolution à charge de l'acheteur, celui-ci est obligé de payer une indemnité équivalente à 50% du prix d'achat, cette combinaison de clauses est trompeuse et crée un déséquilibre manifeste entre les parties contractantes.
Le vendeur qui invoque une telle clause commet un abus de droit, ce qui est sanctionné par une limitation du droit à en faire un exercice normal.

NV Adimatic / D.J.

Zet.: M. Bruggeman (rechter, voorzitter van de kamer), A.M. Syx en F. Sinaeve (rechters in handelszaken)
Pl.: Mrs. R. Vandeweghe loco J. Vanspeybrouck en M. Pieters

(...)

1. Uiteenzetting van de feiten en standpunten van partijen

1. Op 8 juni 2005 bestelt de verwerende partij bij de eisende partij een automaat, dienend voor de verkoop van sigaretten in de horecazaak van de verwerende partij. Hierin wordt voorzien dat het toestel zal worden afbetaald via financiering.

Ook wordt vermeld: (stuk 1 - eisende partij)

“Levering is uitvoerbaar nadat Adimatic schriftelijk de goedkeuring vanwege de financiële instelling van het dossier heeft ontvangen.”

Nog wordt op deze bestelbon, wat verder onderaan, vermeld:

“De betalingswijze is slechts een indicatie van de algemene aard en vormt geen ontbindende voorwaarde ten aanzien van de uitvoerbaarheid van de bestelling. Enkel de eventuele korting toegekend voor contante betaling is een (...) indien aan deze voorwaarden wordt voldaan.”

Op deze bestelbon wordt als waarde van het toestel een bedrag van € 3.391,85 voorzien, BTW inbegrepen.

De algemene voorwaarden van deze verkoop bepalen in artikel vier dat, in geval van verbreking of ontbinding van de overeenkomst ten laste van de koper, deze, bij wijze van schadeloosstelling wegens algemene en bijzondere kosten, commissielonen en gederfde winst, een bedrag verschuldigd zal zijn, gelijk aan 50% van de verkoopprijs (stuk 2 - eisende partij).

2. Verwerende partij slaagt er niet in deze financiering te bekomen en laat dus na de levering van het toestel te aanvaarden. Ingebrekestellingen vanwege de eisende partij volgen, maar een minnelijke regeling lijkt uitgesloten (stukken 6 tot en met 7 - eisende partij).

Eisende partij vordert middels huidige dagvaarding betaling vanwege de verwerende partij van een verbrekingsvergoeding, begroot op 50% van € 3.381,95, zijnde € 1.690,98, meer een verwijlinterest ad 10% en een schadebeding ad 10%.

Verwerende partij merkt op dat zij steeds als voorwaarde voor het aangaan van dit contract het bekomen van een financiering had vooropgesteld. Tevens zou zij onmiddellijk hebben laten weten dat, bij gebrek aan dergelijke financiering, er niet aan de opschortende voorwaarde was voldaan. Ten slotte merkt zij op nooit in het bezit te zijn gesteld van enige desbetreffende factuur.

II. Beoordeling

1. Conform artikel 1134 B.W. strekken overeenkomsten partijen tot wet. Zij dienen te goeder trouw te worden uitgevoerd. Dit houdt in dat, wanneer een partij uitsluitend in het eigen belang gebruikmaakt van het recht dat zij aan een overeenkomst ontleent en daaruit een voordeel haalt dat buiten verhouding is met de overeenkomstige last van de andere partij, zij handelt in strijd met artikel 1134 B.W. en rechtsmisbruik pleegt.

2. Vooreerst merkt de rechtbank op dat de wijze, waarop eisende partij de bestelbon opstelt, misleidend en niet overeenstemmend is. Deze bestelbon vermeldt namelijk dat, bij het niet bekomen van een financiering, de verkoper de levering kan weigeren. Verder in de tekst wordt dan evenwel gesteld dat de betalingswijze geen ontbindende voorwaarde uitmaakt voor de uitvoering van de overeenkomst in hoofde van de koper. Dit houdt in dat de verkoper zich kan beroepen op het niet bekomen van financiering om de levering te weigeren, terwijl de koper dit niet kan, wat, gekoppeld aan een schadevergoeding van 50% in hoofde van de koper, een kennelijk onevenwicht in de rechtspositie tussen partijen doet ontstaan.

Verwerende partij van haar zijde maakt het aannemelijk dat de betalingswijze voor haar geen indicatie, maar wel een essentiële voorwaarde was voor het sluiten van dit contract, gezien haar slecht draaiende taverne, die nu enkel nog in het weekend open zou zijn. Evenwel had zij er als handelaar nauwlettender dienen op toe te zien dat dit ook duidelijk in de overeenkomst werd vermeld. Verwerende partij tekende een bestelbon, waarbij voor haar de betalingswijze geen ontbindende voorwaarde uitmaakt. Eisende partij vermag dan ook een vergoeding te vorderen voor de schade die zij leed ingevolge het verbreken van deze overeenkomst door de verwerende partij.

3. Het recht waarop de eisende partij zich beroept is weliswaar contractueel bedongen, maar maakt desalniettemin rechtsmisbruik uit. Het voordeel dat eisende partij haalt uit het bekomen van een schadevergoeding ad 50% bij annulering van de bestelling vóórdat er is geleverd, staat niet in verhouding tot de schade die de verwerende partij haar hierdoor berokkent. Rechtsmisbruik wordt gesanctioneerd middels de normale uitoefening van dit recht. Gezien bovenvermelde specifieke omstandigheden, herleidt de rechtbank dan ook de vordering naar 170 EUR, zijnde 5% van de aankoopsom.

Om deze redenen,

De rechtbank,

Rechtdoende op tegenspraak conform artikel 747 § 2 van het Gerechtelijk Wetboek.

Verklaart de vordering toelaatbaar en gedeeltelijk gegrond.

Veroordeelt verwerende partij om aan de eisende partij het bedrag van honderdzeventig euro (170 EUR) te betalen.

Veroordeelt verwerende partij tot de kosten van het geding.

(...)