VERVOER
Vervoer over zee - Loodsboot - Geen schip in de zin van artikel 1 Zeewet - Staatsschip gebruikt voor een openbare dienst
De loodsdienst is een openbare dienst. Dat de gebruiker van de dienst een financiële vergoeding verschuldigd is, volstaat niet om aan de dienst haar karakter van openbare dienst te ontnemen.
Een loodsboot is geen schip in de zin van artikel 1 Zeewet, zodat deze buiten het toepassingsgebied van deze wet valt.
Evenmin valt de loodsboot binnen het toepassingsgebied van het Aanvaringsverdrag van 23 september 1910 en van het Immuniteitsverdrag Staatsschepen van 10 april 1926.
|
TRANSPORT
Transport maritime - Bateau-pilote - Pas un navire au sens de l'article 1er de la loi de la navigation maritime et de la navigation intérieure - Navire d'État utilisé pour un service public
Le service de pilotage est un service public. Que l'utilisateur du service doive payer une redevance financière ne suffit pas pour lui enlever son caractère de service public.
Un bateau-pilote n'est pas un navire au sens de l'article 1er de la loi de la navigation maritime et de la navigation intérieure, de sorte que celui-ci tombe en dehors du champ d'application de cette loi.
Le bateau-pilote ne tombe pas non plus dans le champ d'application de la convention internationale du 23 septembre 1910 pour l'unification de certaines règles en matière d'abordage et de la convention du 10 avril 1926 concernant les immunités de navires d'État.
|
De loodsdienst is een openbare dienst, en geen winstgevende commerciële acitiviteit, ook al zijn de gebruikers van deze dienst een financiële vergoeding verschuldigd.
Een loodsboot, die door het Loodswezen wordt ingezet, is derhalve geen “schip” in de zin van artikel 1 Zeewet, dat winstgevende scheepvaartverrichtingen vereist. De bepalingen van de Zeewet zijn niet van toepassing op een loodsboot.
Het aanvaringsverdrag van 23 september 1910 definieert het “schip” weliswaar ruimer dan de Zeewet, doch staatsschepen die uitsluitend bestemd zijn tot een openbare dienst worden uitdrukkelijk uitgesloten. Dezelfde oplossing volgt uit het immuniteitsverdrag staatsschepen van 10 april 1926, waarin bepaald wordt dat staatsschepen, die uitsluitend worden gebruikt voor een regeringsdienst waarmee geen handelsdoeleinden worden beoogd, niet onderworpen zijn aan dezelfde regels als particuliere schepen.
De aanvaring tussen een loodsboot en een zeeschip en de verjaringstermijn van de daaruit voortspruitende vorderingen worden derhalve niet beheerst door de Zeewet, noch door het aanvaringsverdrag zelf.