Article

Rechtbank van koophandel Hasselt, 16/02/2006, R.D.C.-T.B.H., 2007/6, p. 604

Rechtbank van koophandel Hasselt 16 februari 2006

BEVOEGDHEID
Volstrekte bevoegdheid - Vordering van de curator op grond van de aansprakelijkheid zaakvoerder - Materiële bevoegdheid rechtbank van koophandel - Artikel 574, 2° Ger.W.
De vordering van de curator ingesteld op grond van artikel 263 W.Venn. valt onder de toepassing van artikel 574, 2° Ger.W. aangezien de toepassing van artikel 263 W.Venn. een faillissement veronderstelt en de gegevens voor de oplossing van een dergelijk geschil door het faillissementsrecht worden beheerst. Dergelijke vordering valt dan ook onder de materiële bevoegdheid van de rechtbank van koophandel.
COMPÉTENCE
Compétence d'attribution - Action du curateur sur base de la responsabilité du gérant - Compétence matérielle du tribunal de commerce - Article 574, 2° C. jud.
L'action intentée par le curateur sur la base de l'article 263 C. soc. tombe dans le champ d'application de l'article 574, 2° C. jud. puisque l'application de l'article 263 C. soc. suppose la faillite et que les données d'un tel litige demeurent régies par le droit de la faillite. Une telle action en responsabilité relève dès lors de la compétence matérielle du tribunal de commerce.

Mr. Schruers q.q. BVBA Windows & Doors Partners / E. Smeulders en H. Steijlen

Zet.: Beerten (voorzitter), Beulen en Habraken (rechters in handelszaken)
Pl.: Mrs. Schruers en Mommen

(...)

1. Bij vonnis d.d. 3 november 2005 werd de BVBA Windows & Doors Partners failliet verklaard.

De curator is van oordeel dat er fouten werden begaan in het bestuur van de vennootschap.

De curator dagvaardde daarom de zaakvoerder, eerste verweerder, alsook de persoon die het feitelijk bestuur van de vennootschap zou hebben waargenomen, tweede verweerder.

De curator is van oordeel dat verweerders op grond van de artikelen 98, 267, en 263 W.Venn. en de artikelen 1382 en 1383 B.W. aansprakelijk zijn voor de schade die hun fouten hebben veroorzaakt.

2. Ter zitting van 26 januari 2006 werd de materiële bevoegdheid van de rechtbank van koophandel in vraag gesteld.

Meer bepaald werd opgeworpen dat tweede verweerder geen handelaar en geen zaakvoerder was zodat op grond van artikel 514, 1° Ger.W. de rechtbank van koophandel geen bevoegdheid bezat om kennis te nemen van de zaak.

Hierop verklaarden partijen zich akkoord om de zaak te verzenden naar de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt.

3. Krachtens artikel 574, 2° Ger.W. neemt de rechtbank van koophandel kennis van vorderingen en geschillen, rechtstreeks ontstaan uit het faillissement en waarvan de gegevens van de oplossing zich bevinden in het bijzonder recht dat van toepassing is op het stelsel van het faillissement.

De rechtbank van koophandel is uitsluitend bevoegd om kennis te nemen van dergelijke vorderingen, zodat haar bevoegdheid de openbare orde raakt.

De vordering van de curator is onder meer gebaseerd op artikel 263 W.Venn. Dit artikel sanctioneert de grove bestuurdersfout, begaan door de bestuurder of feitelijke bestuurder, die kennelijk heeft bijgedragen tot het faillissement.

Een dergelijke vordering valt onder toepassing van artikel 574, 2° Ger.W. daar:

- om toepassing te kunnen maken van dit artikel er een faillissement vereist is en dus het geschil is ontstaan uit het faillissement;

- de gegevens voor de oplossing van het geschil in het bijzonder stelsel, dat het faillissementsrecht beheerst, kunnen worden teruggevonden aangezien moet worden beoordeeld of de door de bestuurder(s) begane grove fout kennelijk heeft bijgedragen tot het faillissement (E. Janssens, “De rechtbank van koophandel als bevoegde rechter inzake vennootschapsgeschillen (artikel 574, 1° en 2° Ger.W.)”, T.R.V. 2000, 412).

Derhalve kan niet op het verzoek van partijen tot verzending van de zaak naar de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt worden ingegaan.

4. De zaak wordt naar de rol verzonden teneinde partijen toe te laten ze in staat te stellen.

De voorschriften van de artikelen 2-30 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik van de talen in gerechtszaken werden nageleefd.

Om deze redenen:

de rechtbank, rechtdoende op tegenspraak:

Verklaart zich materieel bevoegd om kennis te nemen van de zaak;

Verzendt de zaak naar de rol;

Houdt de uitspraak over de kosten aan;

(...)