Rechtbank van koophandel Brugge (kort geding) 12 oktober 1996

Samenvatting

De secretaris van de BBTK legt meerdere feiten ten laste van een vennootschap. Deze vennootschap zou de economische en financiële informatie, voorgeschreven bij de wet van 20 september 1948, niet op tijd aan de ondernemingsraad meegedeeld hebben. Zij zou de jaarrekening 2005 niet ter goedkeuring aan de algemene vergadering hebben voorgelegd en ze zou in een precaire financiële situatie verkeren. De secretaris van de BBTK, handelend qualitate qua, verzoekt de voorzitter van de rechtbank van Brugge, zetelend in kort geding, om een voorlopig bewindvoerder aan te stellen wiens opdracht onder andere bestaat uit het vaststellen van de jaarrekeningen en het bijeenroepen van de ondernemingsraad. De voorzitter stelt eerst vast dat, indien de secretaris in persoonlijke naam handelt, deze zich niet op het persoonlijke en rechtstreekse belang, met andere woorden het eigenbelang, kan beroepen zoals vereist in artikel 17 van het Gerechtelijk Wetboek. Vervolgens beslist de voorzitter dat de rechtsvordering ook niet kan worden toegelaten indien deze is ingesteld door de vakbond. De vakbond bezit geen rechtspersoonlijkheid en kan alleen maar een procedure instellen ingeval de wet hem daar bij wijze van uitzondering de toelating toe verleent. Het is bovendien niet zeker dat de verzoeker alle leden van de vakbond vertegenwoordigt.