Europees Hof van Justitie 19 september 2006
|
EUROPEES RECHT, MISLEIDENDE RECLAME - VERGELIJKENDE RECLAME
Richtlijnen 84/450/EEG en 97/55/EU - Misleidende reclame - Vergelijkende reclame - Vergelijking van het algemene prijsniveau van grootwarenhuizen - Vergelijking van de prijzen van een assortiment producten
|
| Zet.: V. Skouris (voorzitter), P. Jann, C.W.A. Timmermans, K. Schiemann (verslaggever) et J. Malenovsky (kamervoorzitters), J.N. Cunha Rodrigues, R. Silva de Lapuerta, K. Lenaerts, P. Kuris, E. Juhász, G. Arestis, A. Borg Barthet et M. Ilei (rechters) |
| O.M.: A. Tizzano (advocaat-generaal) |
| Zaak: C-356/04 “LIDL” |
Samenvatting
In het arrest LIDL van 19 september 2006 ontwikkelde het Europees Hof van Justitie verder de rechtspraak inzake vergelijkende en misleidende reclame. Aan de orde was de geoorloofdheid van reclame waarin een vergelijking werd gemaakt tussen het algemene prijsniveau van verschillende winkels. In het arrest bevestigde het Hof de gevestigde rechtspraak dat de vereisten inzake vergelijkende reclame niet verhinderen dat een globale vergelijking wordt gemaakt tussen assortimenten voor zover deze assortimenten bestaan uit producten die individueel bekeken vergelijkbaar zijn. Evenwel is het volgens het Hof niet nodig dat alle producten individueel worden genoemd. Wel was het Hof van oordeel dat reclame misleidend kan zijn indien deze een algemeen prijsverschil aanhaalt terwijl uit de reclameboodschap niet blijkt dat het slechts om een staalname ging, er geen verwijzing is naar de producten waarop de vergelijking steunt en er geen individualisering van de prijzen wordt aangehaald.
