Article

Hof van beroep Antwerpen, 23/11/2006, R.D.C.-T.B.H., 2007/3, p. 284-285

Hof van beroep Antwerpen 23 november 2006

ZEKERHEDEN
Persoonlijke zekerheid - Borgtocht - Kosteloos karakter - Bij faillissement - Naamloze vennootschap - Bestuurder (neen)
Er is slechts sprake van een kosteloze borgstelling in de zin als bedoeld in artikel 80 derde lid Faillissementswet, als enig economisch voordeel in hoofde van de borgsteller ontbreekt.
Om die reden is de borgstelling van de bestuurders van een NV voor de verbintenissen aangegaan door deze vennootschap geen kosteloze borgstelling.
SÛRETÉS
Sûretés personnelles - Cautionnement - Caractère gratuit - Faillite - Société anonyme - Administrateur (non)
Il n'y a cautionnement à titre gratuit dans le sens de l'article 80, 3ème alinéa de la loi sur la faillite, que dans la mesure où tout avantage économique manque dans le chef de la caution.
Pour cette raison, le cautionnement des administrateurs d'une société consenti pour les obligations contractées par cette société, n'est pas un cautionnement à titre gratuit.

NV Auto 5 / A. Daenen en S. Corstjens in aanwezigheid van NV Auto Center Daenen

Zet.: E. Hulpiau (voorzitter), E. Lemmens en J. Embrechts (raadsheren)
Pl.: Mrs. M. Dewitte loco B. Simpelaere en A. Maes loco I. Budé
1. Antecedenten - Procedure

Het voorwerp van het tussen partijen ingesteld geding en de daaraan ten grondslag liggende feiten werden uiteengezet in het bestreden vonnis d.d. 16 februari 2006 van de rechtbank van koophandel te Tongeren en dit hof verwijst daar naar, behoudens de hierna vermelde verbeteringen en preciseringen.

De eerste rechter verklaarde het verzoek van A. Daenen-S. Corstjens tot bevrijding van hun uit hun solidaire borgstelling d.d. 27 december 1996 voortvloeiende verbintenissen grotendeels gegrond. De schuldeiser (in wiens voordeel de borgstelling verleend werd) NV Auto 5 heeft bij een ter griffie van dit hof op 15 mei 2006 neergelegd verzoekschrift hoger beroep ingesteld en besluit tot de ongegrondheid van de vordering.

De echtgenoten A. Daenen-S. Corstjens besluiten tot de ongegrondheid van het hoger beroep.

2. Beoordeling

1. De echtgenoten A. Daenen-S. Corstjens waren op 26 oktober 1995 medeoprichters en aandeelhouders (67 van de 130 aandelen) van NV A.C.D.

2. A. Daenen was bezoldigd bestuurder, afgevaardigd bestuurder en tevens van meet af aan als bediende van deze vennootschap ingeschreven en verwierf uit dien hoofde een maandelijkse vergoeding van ongeveer 1.400 EUR (volgens verklaring ter zitting van de heer A. Daenen een nettobedrag). S. Corstjens was onbezoldigd bestuurder van deze vennootschap.

3. De echtgenoten A. Daenen-S. Corstjens zijn bij gebrek aan huwelijkscontract gehuwd onder het wettelijk stelsel van gemeenschap (van aanwinsten).

4. KBC Bank had een pand op de handelszaak.

5. De franchiseovereenkomst dateert van 27 december 1995 en de huurovereenkomst van 27 december 1996. De huur­periode werd echter bepaald van 2 januari 1996 tot 31 oktober 1997 (stilzwijgend verlengd).

6. De akte van solidaire borgstelling “voor alle verbintenissen aangegaan en aan te gaan door de rechtspersoon NV A.C.D. t.o.v. NV Auto 5” werd door de echtgenoten A. D­aenen-S. Corstjens ondertekend op 27 december 1996.

I. Ter zitting van 26 oktober 2006 hebben zowel de advocaat van A. Daenen-S. Corstjens als A. Daenen zelf benadrukt dat zonder het ondertekenen van de akte van solidaire borgstelling de huurovereenkomst niet zou kunnen gesloten zijn.

Deze huurovereenkomst was onlosmakelijk verbonden met de voordien gesloten franchiseovereenkomst en door deze overeenkomsten kon NV A.C.D. haar maatschappelijk doel realiseren en kon het gezin A. Daenen-S. Corstjens inkomsten verwerven.

Daaruit volgt dat de echtgenoten A. Daenen-S. Corstjens mede door deze borgstelling een deel van hun gezinsinkomsten hebben kunnen bekomen en behouden, zodat de door hen verleende solidaire borgstelling niet als kosteloos in de zin van artikel 80 derde lid Faill.W. kan aangezien worden.

II. Dit hof dient in onderhavige procedure niet na te gaan of de beweringen van A. Daenen-S. Corstjens dat zij “... er zich niet bewust van waren dat zij zich ook borg stelden voor toekomstige schulden van Auto Center Daenen” en dat “destijds de omvang van de borg beperkt was, vermits Auto 5 een bankwaarborg had” enige feitelijke grondslag hebben.

III. Anders dan A. Daenen-S. Corstjens stellen, blijkt uit de Franse tekst van artikel 80 derde lid Faill.W. (“à titre gratuit”) noch uit de lezing van de voorbereidende werken (op de wet van 20 juli 2005, B.S. 28 juli 2005) dat met de uitdrukking “die zich kosteloos borg stelde” enkel zou bedoeld worden de (niet-professionele) borg die zich niet tegen vergoeding als zekerheidsteller verbonden heeft, doch uit deze voorbereidende werken blijkt wel dat de kosteloze aard van de borg slaat op het ontbreken van enig economisch voordeel in hoofde van de borgsteller, hetgeen overeenstemt met de betekenis die het begrip kosteloos in het economisch recht heeft.

Nu aldus niet voldaan is aan één van de voorwaarden om recht te kunnen hebben op de door artikel 80 derde lid Faill.W. bepaalde (gehele of gedeeltelijke) bevrijding van de persoonlijke zekerheidsteller, is de vordering ongegrond.

De echtgenoten A. Daenen-S. Corstjens dienen, gelet op hun ongelijk, de kosten in beide aanleggen te betalen.

Om deze redenen

Het hof

(...)

Verklaart het hoger beroep gegrond;

Wijzigt het bestreden vonnis en opnieuw rechtdoende, verklaart de ingestelde vordering tot bevrijding van de borgstellers ongegrond;

(...)