Article

Noot, R.D.C.-T.B.H., 2006/6, p. 639

CONCURRENCE
Protection de la concurrence économique - Organes et procédure - Question préjudicielle - Accords horizontaux et verticaux (art. 81 CE) - Approvisionnement exclusif
Lorsqu'un brasseur poursuit l'exécution forcée de contrats d'approvisionnement exclusif qu'il a conclus avec l'exploitant d'un débit de boissons, et que celui-ci invoque un moyen de défense pris de la nullité de ces contrats pour violation de l'article 81 du traité CE, il y a lieu, à titre préjudiciel, de poser à la cour d'appel de Bruxelles, les questions du caractère licite de cette pratique restrictive de concurrence et de la portée exacte de la nullité éventuelle des contrats litigieux.
MEDEDINGING
Bescherming van de economische mededinging - Organen en procedure - Prejudiciële vraag - Horizontale en verticale akkoorden (art. 81 EG) - Exclusieve afname
Als een brouwer de gedwongen tenuitvoerlegging eist van exclusieve afnameovereenkomsten die hij heeft gesloten met de uitbater van een drankgelegenheid, en als deze laatste in zijn verweer de nietigheid van deze contracten aanvoert wegens schending van artikel 81 van het EG-Verdrag, dienen aan het hof van beroep te Brussel, de prejudiciële vragen gesteld te worden met betrekking tot het geoorloofde karakter van deze restrictieve mededingingspraktijk en de precieze draagwijdte van de eventuele nietigheid van de litigieuze overeenkomsten.

Zie hieronder het arrest van het hof van beroep te Brussel d.d. 23 juni 2005 en het artikel van X. Taton, Le contentieux préjudiciel interne en droit de la concurrence après l'entrée en vigueur du Règlement 1/2003, p. 640.