Article

De werking in de tijd van artikel 82 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst, R.D.C.-T.B.H., 2006/10, p. 1059-1061

VERZEKERINGEN
Aansprakelijkheidsverzekering - Omvang van de dekking - Betaling door de verzekeraar van de hoofdsom, de interest en de kosten - Overgangsrecht - Ongeval voor toepasselijkheid van artikel 82 van de wet op de land­verzekeringsovereenkomst
De verzekeraar is niet gehouden dekking te verlenen voor de interest en kosten boven het verzekerde bedrag vanaf 1 januari 1994, wanneer het ongeval zich heeft voorgedaan vóór dat artikel 82 Wet Landverzekeringsovereenkomst van toepassing werd op de tussen de partijen gesloten verzekeringsovereenkomst.
ASSURANCES
Assurance responsabilité - Étendue de la garantie - Paiement par l'assureur du prncipal, des intérêts et des frais - Droit transitoire - Accident antérieur à l'application de l'article 82 de la loi sur le contrat d'assurances terrestres
L'assureur n'est pas tenu de couvrir les intérêts et les frais au-delà du montant assuré à partir du 1er janvier 1994, lorsque l'accident est survenu avant que l'article 82 de laloi sur le contrat d'assurance terrestre ne soit devenu applicable au contrat d'assurance conclu entre les parties.

De werking in de tijd van artikel 82 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst
Steven Lierman [1]

De wetgever had de bedoeling om de bepalingen van de wet op de landverzekeringsovereenkomst snel toe te passen op de bestaande verzekeringsovereenkomsten. De wetgever week daarom af van de algemene regel dat de nieuwe wet eerbiedigende werking heeft ten aanzien van de oude wet en voorzag in een specifieke overgangsregeling: de nieuwe wetsbepalingen worden hetzij onmiddellijk, hetzij met enig uitstel van toepassing op de bestaande overeenkomsten. De talrijke betwistingen tonen aan dat de regeling evenwel geen sluitend antwoord geeft op alle vragen. De reden hiervoor is dat de overgangsrechtelijke bepalingen het stilzwijgen bewaren over de juiste draagwijdte van de toepassing van de nieuwe wetsbepalingen op de bestaande overeenkomsten. Zij laten in het bijzonder na om het aanknopingspunt te bepalen dat aanduidt welke wet, de oude of de nieuwe, van toepassing is. Dit aanknopingspunt of relevante rechtsfeit is afhankelijk van het wetsartikel in kwestie en de precieze rechtsverhouding die voorligt [2]. Mogelijke aanknopings­punten zijn: het ongeval, het voorvallen van de schade, het instellen van de vordering door de benadeelde of de definitieve afhandeling van het schadegeval. Het komt aan de rechter toe om dit aanknopingspunt te achterhalen aan de hand van de tekst en de achterliggende bedoeling van de wetgever. Slechts wanneer deze benadering geen soelaas biedt, moet aansluiting worden gezocht bij de algemene principes van overgangsrecht, waarbij dan wordt nagegaan welk rechtsfeit doorgaans wordt beschouwd als het juridische zwaartepunt van de rechtsverhouding [3].

In een arrest van 6 april 2006 heeft het Hof zich andermaal uitgesproken over de werking in de tijd van de wet op de landverzekeringsovereenkomst en meer bepaald van het artikel 82. Krachtens deze bepaling dient de verzekeraar steeds de interest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding te betalen zelfs boven de dekkingsgrenzen. Aldus werd een einde gemaakt aan de onzekerheid over de omvang van de verplichtingen van de verzekeraar. In duidelijke bewoordingen bevestigt het Hof vooreerst het belang van het aanknopingspunt voor de toepassing van de specifieke overgangsregeling waarvan sprake in artikel 148 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst. Deze regeling houdt volgens het Hof in dat artikel 82 op een lopende overeenkomst toepasselijk is met betrekking tot rechtsfeiten die de wet van 25 juni 1992 bepalend acht voor de rechtsverhouding tussen de verzekerde en de verzekeraar en die zich hebben voorgedaan vanaf haar inwerkingtreding [4]. Het Hof laat er vervolgens geen twijfel over bestaan dat het ongeval, dat tot de schadevergoeding aanleiding geeft, het aanknopingspunt is voor de toepassing van deze bepaling. De nieuwe regeling kan derhalve pas worden toegepast op de lopende overeenkomsten indien het ongeval zich in de tijd situeerde nadat artikel 82 van toepassing werd op de tussen de partijen gesloten verzekeringsovereenkomst [5]. In casu stelden de appelrechters vast dat het ongeval plaats vond in 1989, terwijl artikel 82 slechts van toepassing was vanaf 1 januari 1994. Derhalve konden zij volgens het Hof niet oordelen dat de verzekeringsmaatschappij op grond van artikel 82 dekking diende te verlenen voor de interesten en kosten vanaf 1 januari 1994. Het Hof heeft hier aansluiting gezocht bij het aanknopingspunt dat de wetgever doorgaans aanvaardt voor een vergelijkbare rechtsverhouding. Met betrekking tot regels die een nieuwe aansprakelijkheid invoeren, geldt het schadeverwekkend feit als relevant rechtsfeit [6]. De nieuwe regeling kan dan enkel worden toegepast indien het schadegeval zich voordeed na de inwerkingtreding van de nieuwe bepaling. Ten aanzien van regels die louter de betalings­modaliteiten of de berekening van de vergoeding betreffen, kijkt de rechtspraak daarentegen naar het moment waarop de betaling wordt gedaan of de vergoeding definitief wordt vastgesteld, ongeacht het ogenblik waarop het schade­verwekkende feit zich heeft voorgedaan [7]. Artikel 82 houdt onbetwistbaar een verzwaring in van de verplichtingen van de verzekeraar, doordat de verzekeraar wordt geconfronteerd met uitgaven die op voorhand niet waren ingecalculeerd [8]. Om die reden dient deze bepaling te worden onder­gebracht in de eerste categorie en zal de regeling die toepasselijk is op het ogenblik waarop het schadeverwekkende feit zich heeft voorgedaan, bepalen of er al dan niet vergoeding is verschuldigd [9]. Concreet betekent dit dat de verzekeraar in het voorliggende geval niet gehouden is dekking te verlenen voor de interesten en kosten boven de dekkingsgrens.

De oplossing van het Hof van Cassatie lijkt opmerkelijk nu het hof van beroep had gemeend het aanknopingspunt te kunnen vinden in de tekst van de wet en aan deze benadering de voorkeur moet worden gegeven boven de toepassing van de algemene overgangsrechtelijke principes [10]. Het hof van beroep te Gent vond het aanknopingspunt voor de toepassing van artikel 82 meer bepaald in het artikel 77 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst [11]. Hoewel deze bepaling enkel een omschrijving geeft van het toepassingsgebied van de bepalingen van het derde hoofdstuk van de landverzekeringswet dat handelt over de aansprakelijkheidsverzekeringen, zou hieruit kunnen worden afgeleid dat de wetgever “het voorvallen van de schade” als het zwaartepunt van de dekkingsverhouding aanziet [12]. Dit wordt overigens bevestigd door het artikel 78, dat in zijn eerste paragraaf de verzekeringswaarborg koppelt aan “de schade voorgevallen tijdens de duur van de overeenkomst”. Vanaf het ogenblik dat artikel 82 van toepassing wordt op de lopende overeenkomst, moet deze overeenkomst volgens de appelrechters aldus in die zin worden begrepen dat de verzekeraar ook boven de dekkingsgrenzen instaat voor de betaling van de interesten op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding. De interest die zich na dat tijdstip realiseert, is dan schade waarvoor de verzekeraar moet instaan.

De uitdrukkelijke afwijzing door het Hof van Cassatie van deze originele stelling kan evenwel worden verklaard vanuit de wetsgeschiedenis van de artikelen 77 en 78. Deze bepalingen werden immers pas bij wet van 16 maart 1994 in die zin gewijzigd dat de verzekeringswaarborg zich uitstrekt tot de schade voorgevallen tijdens de duur van de overeenkomst. Voordien legde de wetgever in deze bepalingen de klemtoon op de schadeverwekkende gebeurtenis, d.i. het feit waaruit de schade is ontstaan [13]. Het aldus gewijzigde artikel 77 is slechts in werking getreden op 4 mei 1994. Nu de wetgever in de wet van 16 maart 1994 geen specifieke overgangsbepalingen uitwerkt met betrekking tot deze bepaling, blijft het oude artikel 77 overeenkomstig het principe van de eerbiedigende werking derhalve van toepassing op de overeenkomsten die voor deze datum werden gesloten. De wetgever voorziet wel een bijzondere regeling voor de toepassing van het nieuwe artikel 78 op de lopende verzekeringsovereenkomsten. De nieuwe bepaling is krachtens artikel 14 van de wet van 16 maart 1994 van toepassing op de overeenkomsten die zijn gesloten, gewijzigd, vernieuwd of omgezet sedert 21 september 1992, uitgezonderd voor de schadegevallen waarvoor reeds een aangifte werd gedaan vóór 4 mei 1994. Het gewijzigde artikel 78 heeft dus geen gevolgen voor de schadegevallen die reeds voor die datum werden aangegeven. Het is derhalve moeilijk aanvaardbaar dat de latere wetswijziging het zwaartepunt van de rechtsverhouding tussen de verzekerde en de verzekeraar zou wijzigen op een ogenblik dat deze nieuwe bepalingen op deze verhouding niet van toepassing zijn. Zolang de gewijzigde artikelen 77 en 78, zoals in casu, niet van toepassing zijn op de lopende overeenkomst, geldt de schadeverwekkende gebeurtenis als het zwaartepunt van de dekkingsverhouding

Het cassatiearrest van 6 april 2006 is het voorlopige eindpunt van een lange reeks. De discussie in rechtsleer en rechtspraak over de werking in de tijd van haast elke bepaling van de landverzekeringswet legt het hiaat in de wetgeving bloot. De Nederlandse wetgever trok hieruit terecht lering, getuige hiervan de overgangsbepalingen van de nieuwe verzekeringsregeling [14]. Het verdient aanbeveling dat ook de Belgische wetgever hieraan bij toekomstige wetswijzigingen bijzondere aandacht zal besteden.

[1] Referendaris bij het Hof van Cassatie, gastprofessor Universiteit Antwerpen. De auteur schrijft op persoonlijke titel.
[2] P. Popelier, Toepassing in de wet in de tijd, in A.P.R. 1999, nrs. 48 en 60; S. Lierman en B. Weyts, “Het overgangsrecht en de inwerkingtreding van wettelijke regels in het bijzonder met betrekking tot het verzekeringsrecht”, T.P.R. 2005, p. 58, nr. 15 en p. 102, nrs. 78 en 79.
[3] P. Popelier, o.c., nr. 6; S. Lierman en B. Weyts, l.c., p. 102, nrs. 78-80.
[4] Met de datum van inwerkingtreding bedoelt het Hof wellicht de datum waarop de wetsbepaling eerst van toepassing wordt op de lopende contracten, d.i. de datum van de eerste wijziging, vernieuwing, verlenging of omzetting van de overeenkomst na de datum van inwerkingtreding en in elk geval vanaf 1 september 1994.
[5] Overeenkomstig art. 148 § 1 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst is art. 82 van toepassing op de lopende overeenkomsten vanaf de eerste wijziging, de vernieuwing, de verlenging of de omzetting van de overeenkomst na de datum van haar inwerkingtreding (d.i. 21 september 1992) en in elk geval vanaf 1 september 1994.
[6] Cass. 5 februari 1970, Arr. Cass. 1970, 522; Cass. 22 maart 1982, Arr. Cass. 1981-82, 904; Cass. 9 november 1984, Arr. Cass. 1984-85, 357 en Cass. 15 november 1991, Arr. Cass. 1991-92, 241.
[7] Cass. 21 oktober 1966, Arr. Cass. 1967, 246; Cass. 25 september 1974, Arr. Cass. 1975, 116; Cass. 23 maart 1977, Arr. Cass. 796; Cass. 28 mei 1980, Arr. Cass. 1979-80, 1198; Cass. 2 februari 1987, Arr. Cass. 1986-87, 715.
[8] M. Fontaine, Verzekeringsrecht, Larcier, 1999, nr. 636. vgl. Cass. 6 oktober 2000 (A.C. 2000, nr. 526) betreffende de toepassing in de tijd van artikel 86 van de Wet op de Landverzekeringsovereenkomst. Het Hof besloot dat artikel 86 de verplichtingen van de verzekeraar niet wijzigt en geen nieuwe aansprakelijkheidsregel invoert en besluit mede daaruit dat de appelrechters niet konden oordelen dat deze bepaling slechts van toepassing was op schadegevallen die ontstaan zijn na de inwerkingtreding ervan. Het Hof voegde er wel aan toe dat weliswaar de toepassing van artikel 87, §2, van de Landverzekeringswet, dat de excepties beperkt die de verzekeraar mag aanvoeren tegen de benadeelde, in bepaalde omstandigheden de toestand van de aangesproken verzekeraar kan verzwaren ten opzichte van het vroeger geldend stelsel, maar dat dit accessoir aspect niet opweegt tegen de wil van de wetgever de uitoefening van de rechten van de benadeelden met onmiddellijke werking te onderwerpen aan een nieuwe regeling en de aard van de regel bepaald in artikel 86 niet aantast. In tegenstelling tot dit vorige dossier is de verzwaring van de verplichtingen van de verzekeraar bij artikel 82 geen accessoir aspect.
[9] Zie in dezelfde zin, N. Denoel, “Les assurances de responsabilité et la loi du 25 juin 1992”, in Les assurances de responsabilité, Éd. Jeune Barreau de Bruxelles, 1999, 126; P.-H. Delvaux, Le droit transitoire. Champ d'application dans le temps du nouveau droit des assurances terrestres, Éd. Jeune Barreau de Bruxelles, 1995, 141; voor een zelfde toepassing, Luik 21 oktober 1999, R.G.A.R. 2000, nr. 13.281 en R.R.D. 2000, 93.
[10] Ook H. Cousy en H. Claassens hadden verdedigd dat art. 82 toepassing dient te vinden m.b.t. interesten die lopen na het moment waarop deze bepaling van toepassing wordt op de verzekeringsovereenkomst (H. Cousy en H. Claassens, “De toepassing van de wet van 25 juni 1992 op de bestaande of lopende verzekeringscontracten, in het bijzonder bij schadegeval”, “De wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst: toepassing in de praktijk”, De Verz., Dossier 1992, 147-148). Omdat de voorkeur moet worden gegeven aan een aanknopingspunt dat uit de wettekst kan worden afgeleid, werd deze oplossing goedkeurend onthaald (S. Lierman en B. Weyts, l.c., p. 82, nr. 53).
[11] Gent 27 november 2003, R.W. 2004-05, 1306.
[12] Over de beperkte draagwijdte van art. 77, zie M. Fontaine, Verzekeringsrecht, Larcier, 1999, p. 252, nr. 583; C. Van Schoubroeck en G. Schoorens, “De aansprakelijkheidsverzekering: a never ending story?”, T.B.H. 1995, p. 644-645, nrs. 14-15. De auteurs beklemtonen dat dit artikel enkel een omschrijving geeft van het toepassingsgebied van hoofdstuk III van de wet op de landverzekeringsovereenkomst en geenszins tot doel heeft de inhoud en de draagwijdte van de verzekeringswaarborg te omschrijven.
[13] C. Van Schoubroeck en G. Schoorens, l.c., 1995, nrs. 14-19.
[14] De nieuwe art. 221 en 222 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek (ingevoegd bij wet van 22 december 2005 tot aanpassing van de wetgeving aan en invoering van de wet van 22 december 2005 tot vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuw Burgerlijk Wetboek) reiken wel degelijk de aanknopingspunten aan waaraan de toepassing van de nieuwe verzekeringsbepalingen verbonden is.