Article

Actualiteit Mededinging, R.D.C.-T.B.H., 2005/9, p. 988-990

ACTUALITEIT MEDEDINGING

Nummer 2
(van 1 maart tot en met 30 juni 2005) [2]

INHOUDSTAFEL

België - Dienst en Raad voor de Mededinging

Beslissing nr. 2005-C/C-9 van 9 maart 2005 Investipharm Belgium SA/Alpha Répartition SA - Concentratie toelaatbaar

Beslissing nr. 2005-C/C-14 van 21 maart 2005 Securitas AB - NV Belgacom - NV Alert Services Holding - Concentratie toelaatbaar

Beslissing nr. 2005-I/I-18 van17 mei 2005 en beslissingen nrs. 2005-I/I-19 tot en met 25 van19 mei 2005 Verzoek tot interpretatie afgewezen

België - Hoven en rechtbanken

Cass. 11 maart 2005 Voeders Velghe - De Backer/Belgische Staat - Terugvordering onrechtmatige overheidssteun

EG - Europese Commissie

Actieplan staatssteun

Sectoronderzoek in bank- en energiesectoren

Beschikking van de Commissie van 15 juni 2005 zaak nr. COMP/37.507 - AstraZeneca

EG - Rechtspraak

Arrest van het Hof van 14 april 2005 gevoegde zaken C-128/03 en C-129/03, AEM Spa en AEM Torino - Geen over­heidssteun

EG - Overige

Mededelingen 5 maart 2005

België - Dienst en Raad voor de Mededinging
Beslissing nr. 2005-C/C-9 van 9 maart 2005 Investipharm Belgium SA/Alpha Répartition SA - Concentratie toelaatbaar

In deze zaak diende de Raad zich uit te spreken over de overname van Alpha Répartition, een onderneming actief in de groothandel van farmaceutische producten, door Investi­pharm, een holding die in België via haar dochteronderneming Aprophar eenzelfde activiteit uitoefent als Alpha Répartition.

De relevante productmarkt werd door de Raad omschreven als de verdeling van geneesmiddelen door groothandelaars, die een wettelijke verplichting hebben om twee derde van de in België toegelaten geneesmiddelen te verdelen. Zij hebben bovendien de verplichting om de apotheken elke vierentwintig uur te bevoorraden.

Interessant is dat de Raad opmerkt dat de groothandel in geneesmiddelen zich oorspronkelijk regionaal afspeelde maar dat de groothandel duidelijk evolueert naar een nationaal niveau, waardoor de geografische markt nu als nationaal dient te worden aangemerkt. Er is in het bijzonder een homogene tariefstructuur, gelijkaardige voorwaarden voor de toegang tot de markt en de prijzen en reglementering waaraan de groothandelaars zijn onderworpen, zijn identiek voor het hele land. Ook de beperkte omvang van het Belgische grondgebied speelt een rol, aangezien elke groothandelaar in staat is om elk besteld product binnen anderhalf uur te leveren.

Gelet op de beperkte marktaandelen van de ondernemingen op de aldus afgebakende markt, wordt de concentratie toelaatbaar verklaard.

Beslissing nr. 2005-C/C-14 van 21 maart 2005 Securitas AB - NV Belgacom - NV Alert Services Holding - Concentratie toelaatbaar

In deze beslissing, die de diensten geleverd door bewakingsondernemingen betreft, wijkt de Raad uitdrukkelijk af van zijn in eerdere beslissingen gehanteerde marktdefinitie. Waar de Raad vroeger een onderverdeling van de markten gebruikte die was gebaseerd op de wet op de private veiligheid, wordt nu een andere regeling gebruikt die beter aangepast is aan de huidige economische werkelijkheid. De Raad sluit zich hiermee aan bij een eerdere beschikking van de Europese Commissie.

Beslissing nr. 2005-I/I-18 van17 mei 2005 en beslissingen nrs. 2005-I/I-19 tot en met 25 van19 mei 2005 Verzoek tot interpretatie afgewezen

In deze reeks beslissingen heeft de Raad de verzoeken afgewezen van twee elektriciteitsleveranciers tot interpretatie van zijn eerdere beslissingen, waarbij concentraties betreffende Electrabel Customer Solutions voorwaardelijk toelaatbaar werden verklaard. Aangezien één van de leveranciers niet was tussengekomen in het onderzoek naar de concentraties, wordt diens verzoek om interpretatie afgewezen.

De Raad acht zich in beginsel weliswaar bevoegd om een onduidelijke beslissing te interpreteren en steunt deze bevoegdheid op artikel 793 van het Gerechtelijk Wetboek. Een dergelijke interpretatieve beslissing kan echter niet tot gevolg hebben dat de draagwijdte van de te interpreteren beslissing wordt uitgebreid, beperkt of gewijzigd. De Raad is evenwel van oordeel dat zijn eerdere beslissingen duidelijk zijn en dat de details van de opgelegde voorwaarden bovendien zijn opgenomen in de schriftelijke opmerkingen die de partijen bij de betrokken concentraties destijds bij de Raad hadden ingediend en waarvan een niet-vertrouwelijke versie aan Nuon werd bezorgd. Het verzoek van Nuon tot interpretatie wordt dan ook afgewezen.

België - Hoven en rechtbanken
Cass. 11 maart 2005 Voeders Velghe - De Backer/Belgische Staat - Terugvordering onrechtmatige overheidssteun

Het Hof van Cassatie diende zich in deze zaak uit te spreken over de terugbetaling, door de Belgische Staat, van een bijdrage die werd opgelegd aan slachthuizen en uitvoerders. Deze heffing werd echter nooit aangemeld bij de Europese Commissie, wat in strijd is met de in artikel 88 lid 3 EG-Verdrag vervatte verplichting, zodat de Staat verplicht werd de geïnde bedragen terug te storten. Een latere wet maakte de betaling van deze bijdrage echter met terugwerkende kracht verplicht. Deze laatste steunmaatregel werd wel aangemeld bij de Commissie, die de steun op 9 augustus 1996 verenigbaar verklaarde met de gemeenschappelijke markt. De eiseres verzette zich tegen de betaling van deze bijdrage maar haar vordering werd door het hof van beroep als ongegrond afgewezen.

Het Hof van Cassatie stelt echter, in navolging van het arrest van Calster en Cleeren van het Hof van Justitie, dat de wet onrechtmatig is voor zover met terugwerkende kracht bijdragen worden opgelegd voor de periode van 1 januari 1988 tot en met 8 augustus 1996 terwijl niet is voldaan aan de aanmeldingsverplichting van artikel 88 lid 3 EG-Verdrag. Deze onrechtmatigheid wordt, aldus het Hof van Cassatie, niet ongedaan gemaakt door het feit dat deze maatregel bij een eindbeslissing van de Commissie verenigbaar werd verklaard met de gemeenschappelijke markt. Het bestreden arrest wordt bijgevolg vernietigd.

EG - Europese Commissie
Actieplan staatssteun

De Commissie heeft haar actieplan met de hoofdlijnen voor de hervorming van haar beleid inzake staatssteun voorgesteld. De lidstaten dienen zich volgens de Commissie voortaan te concentreren op steunmaatregelen voor onderzoek en ontwikkeling, innovatie en risicokapitaal voor kleine ondernemingen, op het verzekeren van sociale en regionale cohesie en op een verbetering van de diensten van algemeen economisch belang. Voorts is de Commissie van plan een aantal steunmaatregelen vrij te stellen van de verplichting tot aanmelding.

Sectoronderzoek in bank- en energiesectoren

De Europese Commissie is een onderzoek gestart naar de mededingingsvoorwaarden op de markt voor bancaire diensten. Het onderzoek zal zich in een eerste fase toespitsen op de betaalkaarten en de ermee verband houdende kosten en wordt later uitgebreid naar andere aspecten van de bancaire markt en naar verzekeringen voor ondernemingen.

Tegelijkertijd voert de Commissie een onderzoek in de gas- en elektriciteitssector, naar aanleiding van de recente prijsstijgingen.

Doel van deze onderzoeken is een mogelijke verstoring van de mededinging op de desbetreffende markten op te sporen, waarna actie van de Commissie zelf of van de nationale mededingingsautoriteiten kan volgen.

Beschikking van de Commissie van 15 juni 2005 zaak nr. COMP/37.507 - AstraZeneca

De Europese Commissie heeft de farmaceutische groep Astra­Zeneca een boete van 60 miljoen euro opgelegd wegens misbruik van machtspositie. Het bedrijf had nationale octrooibureaus misleidende informatie bezorgd om een verlenging van de duur van zijn octrooien voor het geneesmiddel Losec te verkrijgen met de bedoeling de goedkopere generische producten van de markt te houden en parallelinvoer van het geneesmiddel vanuit andere Europese landen tegen te houden.

Bij het opleggen van de boete hield de Commissie rekening met het feit dat sommige aspecten van het veroordeelde misbruik nieuwe kenmerken vertoonden.

EG - Rechtspraak
Arrest van het Hof van 14 april 2005 gevoegde zaken C-128/03 en C-129/03, AEM Spa en AEM Torino - Geen over­heidssteun

Het Hof van Justitie diende zich in deze zaak uit te spreken over de verhoging van de vergoeding voor de toegang tot en het gebruik van het Italiaanse elektriciteitsnet. Het Hof hield daarbij rekening met het feit dat deze vergoeding gedurende een overgangsperiode uitsluitend wordt opgelegd aan bepaalde producenten en distributeurs om het voordeel dat deze ondernemingen haalden uit de liberalisering van de elektriciteitsmarkt te compenseren en dat deze verhoging bovendien op degressieve wijze wordt doorgevoerd tot eind 2006. Het Hof merkt op dat deze regeling geen steunmaatregel inhoudt ten aanzien van de ondernemingen die de desbetreffende verhoging niet dienen te betalen aangezien tussen ondernemingen een onderscheid wordt gemaakt met betrekking tot de lasten, welk onderscheid voortvloeit uit de aard en het doel van het lastenstelsel. Dergelijke regelingen zijn overeenkomstig vaste rechtspraak van het Hof niet te kwalificeren als overheidssteun.

De eisers in deze zaak merkten echter op dat de verhoging deel uitmaakt van een bij de Europese Commissie aangemelde steunmaatregel ter financiering van de Italiaanse elektriciteitsdistributie. Het Hof antwoordt hierop dat de wijze van financiering van een steunmaatregel het geheel van de erdoor gefinancierde steunregeling onverenigbaar kan maken met de gemeenschappelijke markt. Immers, indien de opbrengst van een parafiscale heffing (in casu de verhoging van de vergoeding) noodzakelijkerwijze voor de financiering van de steunmaatregel wordt bestemd, maakt deze heffing integraal deel uit van de steunmaatregel, waardoor de heffing samen met deze steunregeling door de Commissie dient onderzocht te worden op zijn verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt. Het Hof beschikte echter over onvoldoende informatie om te beoordelen of sprake was van een dergelijk bestemmingsverband.

EG - Overige
Mededelingen 5 maart 2005

De Europese Commissie publiceerde op 5 maart een aantal Mededelingen betreffende (1) nevenrestricties bij concentraties, (2) de vereenvoudigde procedure voor de behandeling van concentraties en (3) de verwijzing van concentratie­zaken van en naar nationale mededingingsautoriteiten. Zie Publicatieblad C 56 van 5 maart 2005.

Koen Baekelandt

Advocaat bij de balie te Brussel

[1] De beslissingen en arresten waar in deze bijdrage naar wordt verwezen zijn beschikbaar op de websites van de Raad voor de Mededinging (http://www.mineco.fgov.be ), de EG-Commissie (http://europa.eu.int/comm/competition ), de nationale rechtscolleges (http://www.cass.be ) en de Europese rechtscolleges (http://curia.eu.int ).